-20- Ten aanzien van de hondenbelasting huldigt onze fraktie een standpunt, hetwelk inmiddels ook bij uw college genoegzaam bekend wordt veronder steld, te weten: afschaffen. Een heroverweging van dit standpunt is voor wat ons betreft niet aan de orde, zolang de opbrengsten van deze belasting niet worden aangewend voor een effektieve vermindering van de overlast, welke door een aantal hondenbezitters (niet alle) veroorzaakt wordt aan hun medeburgers. Ter kompensatie van de aldus te derven inkomsten (in 1990 wordt de opbrengst van de hondenbelasting geraamd op 34.000,zijn wij be reid om gedurende de eerstkomende vier jaren telkens een extra verhoging met 1 van de onroerend—goedbelasting te accepteren. De door uw college gepresenteerde begrotingscijfers geven opnieuw een niet volledig beeld van de ruimte binnen de begroting van de gewone dienst. Evenals vorig jaar moeten we konstateren, dat er door u nog geen reke ning is gehouden met enkele faktoren, waarvan op voorhand met vrij grote zekerheid kan worden gesteld, dat zij van gunstige invloed zullen zijn op het werkelijk (rekening)resultaat over 1990. In dit verband willen we volstaan met het noemen van de belangrijkste faktoren: 1. Minimaal 50 1 van de rente, welke begrepen is in de kapitaals- lasten, voortvloeiend uit het investeringsplan voor 1990. 2. De extra ten gunste van de gewone dienst komende rentebesparing, voortvloeiend uit een opwaardering van de saldireserve met 451.000,(zie pagina's 12 en 13 van de begroting). 3. De indirekt ten gunste van de gewone dienst te brengen rentebe sparing, voortvloeiend uit een reeds eerder door de kommissie financien geadviseerde aanwending van de boekwinst bij overdracht van de centrale antenne inrichting aan Enwa. Met deze drie posten is een bedrag van 125.000,gemoeid, welk be drag dus feitelijk beschikbaar is voor het doen van (deels ook struk— turele) extra onvoorziene uitgaven in 1990 en/of voor het geheel of gedeeltelijk achterwege laten van belastingverhogingen. Onze alternatieve voorstellen inzake het reinigingsrecht, het riool- af voerrecht én de hondenbelasting zijn in elk geval ruimschoots gedekt. In bovenstaande benadering van de extra aanwezige begrotingsruimte is door ons nog geen rekening gehouden met de opbrengsten van enige verkochte c.q. binnenkort te verkopen gemeente-eigendommen (dienst woning, ambtswoning, grond buiten het grondbedrijf). Ook wanneer die opbrengsten aangewend worden voor noodzakelijke inves teringen zullen zij op indirekte wijze de gewone dienst kunnen ontlas ten. Tot slot van deze financiële beschouwing nog een enkele opmerking over de behandeling van de concept-stukken in kommissieverbandIn de verga dering van de kommissie financien is bezwaar gemaakt tegen de opmerking van uw college, dat de raad besloten zou hebben om voor 1990 vast te stellen, dat het minimumniveau van de saldireserve 12 Z van de budget taire kapaciteit zou moeten bedragen. De kommissie bleek inderdaad van oordeel, dat de raad een zodanig be sluit nimmer heeft genomen. Nochtans zien wij in de definitieve begro tingsstukken dezelfde opmerking terug, hetgeen wij dus niet juist achten.

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1989 | | pagina 145