-10-
geleden, dat het allemaal wat rustiger zou worden, dus dat de
lawaaioverlast beperkt zou worden.
De voorzitter zegt dat de redenering van de heer Van de Merbel ongeveer
klopt. Een en ander houdt verband met het feit dat vrachtwagens steeds
geluidarmer worden. Het houdt verband met het geluidsarmer worden van de
motoren en daarom hanteert men de correctiefactor 5 dB(a).
De heer Van de Merbel merkt op dat de voorzitter een bedrag van f.
700.000,-- heeft genoemd. Dit bedrag was ook in de notitie vermeld. Er is
een globale aanduiding voor gegeven waarvoor dit bedrag bedoeld zou zijn.
Bij de stukken heeft hierover verder niets gelegen. Er zal volgens hem toch
meer dan een ruwe berekening aan ten grondslag liggen. Hij vraagt of over
dit punt iets meer is te zeggen.
De voorzitter zegt dat de berekening door de milieudienst is gemaakt. Ze
denkt dat de berekening wel bij de stukken ligt. Het is geen uitvoerige
berekening, maar een berekening op basis van de hoogte die de geluidswal
zou moeten hebben, het aantal kubieke meters zand enzovoorts. Het betekent
dat de huidige geluidswal, die er ligt, zou moeten worden opgehoogd. De
cesuur die in de geluidswal zit voor het verkeer uit de Van Heemstralaan
richting Parallelweg, zal dichtgemaakt moeten worden. Het betreft een
samenstel van maatregelen, waarbij uiteindelijk gekomen wordt tot een
kostensom van f. 700.000,--. De geluidswal zou kort gezegd doorgetrokken
moeten worden, verhoogd moeten worden en verder zou de cesuur eruit gehaald
moeten worden.
De heer Van de Merbel zegt dat het bekend is dat de Rijksweg het grootste
aandeel in de geluidsoverlast veroorzaakt. De Parallelweg, zijnde een weg
van de gemeente, levert echter ook een bijdrage in de geluidsbelasting. De
geluidswal is eigenlijk voor de Parallelweg bedoeld. Voor de Rijksweg als
zodanig zal waarschijnlijk een geluidswal alleen niet toereikend zijn.
De voorzitter antwoordt dat de geluidswal die er thans ligt niet voldoet
ten aanzien van de totale geluidsoverlast.
De heer Van de Merbel heeft begrepen dat het college geen kant meer ziet om
tot een oplossing te komen.
De voorzitter antwoordt dat dit zo is, tenzij de minister morgen met zoveel
geld over de brug komt dat ook situaties met 56 dB(a) gesaneerd worden. Het
betreft hier een financiële kwestie. Het college staat er in principe
achter, maar staat met de rug tegen de muur, omdat er onvoldoende financien
zijn.
De heer Van de Merbel vraagt of het aanbrengen van voorzieningen aan de
geluidswal wel of geen definitieve oplossing geeft. Hij vraagt of dit door
het college nog nader overwogen kan worden. Hij hoopt aan de ene kant niet
dat de geluidbelasting van 56 dB(a) niet verder oploopt, daar dit nog meer
geluidoverlast teweeg brengt. Aan de andere kant hoopt hij dit wel en hoopt
hij dat de magische grens van 70 dB(a) wordt bereikt, omdat er dan
eindelijk een oplossing komt in de situatie.
De voorzitter merkt op dat 70 dB(a) tot magische grens is verworden. Het
staat gewoon op 55 dB(a), maar de grens is opgetrokken voor wat betreft het
beschikbaarstellen van gelden voor sanering, omdat er gewoon te weinig
gelden zijn. Bij het ministerie heeft men zich niet gerealiseerd dat er