-2-
De heer De Jong gaat in op punt q, een schrijven van de S.O.S. Wereldhandel
inzake het verzoek om het drinken van koffie met het Max Havelaar Keurmerk in
overweging te nemen. Enige maanden geleden heeft zijn fractie reeds aandacht
gevraagd voor het drinken van koffie met het Max Havelaar Keurmerk i.e. het
helpen van Derde Wereldlanden om rechtstreeks van de boeren zelf de producten te
verkrijgen en daarvoor eerlijke prijzen te geven. Volgens zijn fractie getuigt
het drinken van deze koffie en thee van goede smaak. Namens zijn fractie biedt
hij het college koffie en thee aan en vraagt hij het college om deze te proeven.
Onder het genot van het drankje kan het college zich een oordeel vormen over de
kwaliteit, maar ook over het waarom.
De voorzitter antwoordt dat de collegeleden dat koffie en thee zullen proeven.
Ze heeft begrepen dat de gemeente Willemstad ook bezig is met een proef. Het
college zal nagaan wat de financiële consequenties zijn van gebruik van deze
koffie en thee. Het college zal er op terugkomen.
De heer De Jong gaat in op punt t, een schrijven van de Socialistiese Partij
aangaande het verzoek een asbestverbod op te nemen in de plaatselijke
bouwverordening. Hij vraagt, wanneer er geen vervangende maatregelen zijn, waar
en wanneer er binnen de gemeente gebruik wordt gemaakt van asbest. Feit is dat
in het verleden asbest is gebruikt. Hij vraagt of de gemeente hierover goede
voorlichting kan geven en of er bij verbouwing of sloop voldoend^
veiligheidsmaatregelen worden genomen.
De voorzitter antwoordt dat in de bouwwerken, die door de gemeenten worden
aanbesteed, zich geen asbest bevindt. In de scholen binnen de gemeente zit geen
asbest verwerkt. Men heeft kunnen lezen dat er waarschijnlijk in sommige
particuliere huizen asbesthoudend materiaal gebruikt is in de vorm van novilon.
De mensen zullen dit zelf moeten betalen. Op de vraag of de gemeente dit kan
onderzoeken, antwoordt ze dat het haar het beste lijkt dat het college de zaken
nog eens op een rij zet en onderzoekt. De uitkomst hiervan zal worden neergelegd
bij de mededelingen.
De heer De Jong zegt dat er een verbod is, maar daarvan kan worden afgeweken. D
vraag van zijn fractie is dan wat er precies mee gedaan wordt en wat de
informatie richting de burgerij zal inhouden. In de Van Heemstralaan zijn de
tussendeuren tussen garage en woning behandeld met een asbesthoudende laag. Twee
jaar geleden is er in de Westkreek gesloopt en daarbij is niet met maskers op
gewerkt, terwijl er toch asbest verwerkt was in huizen die gesloopt werden.
De voorzitter antwoordt dat de dienst gemeentewerken zal worden verzocht om hier
nog eens naar te kijken. Zonodig zal er op teruggekomen worden richting raad.
De heer Mastenbroek gaat in op punt u, een brief van Gedeputeerde Staten van^
Noord-Brabant d.d. 13 oktober 1989 inzake de reconstructie van de Molenstraat^
Zijn fractie vraagt het college om over dit onderwerp een hoorzitting uit. të
schrijven voor de omwonenden. Aan de hand hiervan dient een plan te w0^en
gemaakt, dat eventueel geintegreerd kan worden in het totale plan Kadedijk
-Molenstraat. De grens van de bebouwde kom mag voor die tijd van zijn fractie
worden verlegd naar de molen van Verhagen.
De voorzitter antwoordt dat deze zaak in het college zal worden besproken. De
raad krijgt hier een antwoord op.
De heer De Jong zegt dat de reconstructie en zeker ook de afloop hiervan de zorg
van de meeste fractie heeft. Dat aan de zaak iets gedaan moet worden is voor
zijn fractie duidelijk. Om alleen een hearing voor de bewoners van de
Molenstraat te houden, vindt zijn fractie te beperkt. Het is niet alleen een
verkeerssituatie die de bewoners van de weg aangaat, maar ook de gebruikers
hebben met deze situatie te maken. Zijn fractie denkt met name aan fietsers uit
Heijningen, schoolkinderen en trimmers. Zijn fractie stelt voor de hearing ot
hoorzitting voor alle inwoners c.q. de gebruikers te houden, dus een algemene
aring of hoorzitting.
De voorzitter antwoordt dat dit bij de bespreking in de collegevergadering zal
worden meegenomen.
De heer De Jong gaat in op punt w, een brief aan de heer K.J. Smael aangaande
een reactie op zijn vraag gesteld tijdens het vragenhalfuurtje d.d. 26 oktober
1989 betreffende subsidiering verblijftehuis Daniel de Hoedkliniek. Zijn fractie