-10- worden aangebracht en feit is dat het college het gevoelen van de raad proeft. De raad wil geld beschikbaar stellen voor maatregelen. Wethouder Kannekens begrijpt dit volledig, maar stelt dat de gemeente af dient te blijven van een weg die niet van de gemeente is. De voorzitter zegt dat wethouder Kannekens deze laatste opmerking terecht plaatst. Op dit moment is de wegbeheerder nog steeds de provincie. Het neemt niet weg dat zaken door de gemeente bekeken kunnen worden. Wethouder Kannekens merkt op dat hij genoeg bij de provincie heeft aangedrongen op spoed. De provincie vindt de huidige situatie in de Molenstraat goed. Hij is ook voor het feit dat er veranderingen plaatsvinden en er een verbetering komt. De gemeente moet echter van de weg van een ander afblijven. De heer Fakkers denkt dat het juist is dat de raad rekening houdt met het feit dat de provincie de wegbeheerder is. Hij pleit ervoor dat de wethouder zo spoedig mogelijk contact opneemt met de wegbeheerder. Het college kan dan met e provinciaal vertegenwoordigers rond de tafel gaan zitten, teneinde te komen tot een afspraak. Gevraagd kan worden of de raad, wanneer hij het zelf wi financieren, toestemming krijgt om rabatstroken aan te laten leggen. Daarna kan een vergadering van de commissie Openbare Werken worden uitgeschreven. De voorzitter merkt op dat de verkeersdeskundigen van de provincie van mening zijn, dat de huidige situatie de meest veilige oplossing is. Het is niet zo dat de gemeente een ontzettend gewillig oor zal vinden. De gemeente zal op allerlei mogelijke manieren druk uit moeten oefenen om verandering van de verkeerssituatie te bereiken. De heer Fakkers zegt dat bij de onderhandelingen de wethouder kan spreken namens de gemeenteraad. Kenbaar kan worden gemaakt dat de raad ermee zit hoe e besluitvorming in het verleden tot stand is gekomen. Bij het overleg moet volgens hem best een opening te vinden zijn, zeker gezien het feit dat het bij de provincie een geldkwestie was en is en de raad bereid is gelden beschikbaar te stellen. Hij pleit ervoor om op zo kort mogelijke termijn de weg tot overleg met de provincie te openen. A De heer Van de Merbel kan het eens zijn met de heer Fakkers, maar hij denkt dat op beide sporen gewerkt kan worden. Het overleg met de provincie kan plaatsvinden en ondertussen kan de voorbereiding plaatsvinden, in die zin dat een pasklare technische oplossing wordt aangedragen. Er hoeft niet gewacht te worden totdat het overleg met de provincie heeft plaatsgevonden en de provincie toestemming heeft gegeven veranderingen aan te brengen. De voorzitter denkt dat hier sprake is van een vlechtwerk. Het een kan niet zonder het andere. Wethouder Kannekens zal op korte termijn contact opnemen met de provincie. Zo vlug mogelijk zal overleg plaatsvinden met de provincie, bij voorkeur in Fijnaart. Daarna zal zo spoedig mogelijk de commissievergadering Openbare Werken plaatsvinden. Wethouder Kannekens merkt op dat de weg van Den Bosch naar Fijnaart lang overleg zal volgens hem niet zo snel plaats kunnen vinden en hij vraagt zich at of de vergadering van 18 oktober 1989 dan wel haalbaar is. De voorzitter gelooft dit niet. Volgens hem is het niet zo ontzettend moeilijk om de mensen van de provincie binnen nu en acht dagen aan de tafel te krijgen in Fijnaart. De raad gaat accoord met deze proceduregang. De heer De Jong zegt dat er in een aantal raadsvergaderingen achter elkaar gesproken is over de huisvesting ten behoeve van de randgroepjongeren. De raad is toegezegd dat de kwestie in de maand september aan de orde zou komen en dat er zelfs een voorstel zou zijn aan de raad. Het verbaast zijn fractie dat er thans geen voorstel ligt of de raad hedenavond op geen enkele wijze hierover wordt geinformeerd De voorzitter antwoordt dat er onderhandelingen door het college zijn gevoerd met de Kieviten. Vorige week hebben ook nog onderhandelingen plaatsgevonden en hij denkt dat de gemeente bijna een accoord heeft met de Kieviten. Hij geloo niet dat er nog hobbels genomen moeten worden. Op 5 september jongstleden is er een uitgebreid gesprek geweest tussen de burgemeester, de industriepastor en e

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1989 | | pagina 118