-8-
erg druk heeft en haar prioriteiten anders legt, als de raad wel eens hoopt dat
ze ze legt. Zijn fractie pleit voor voldoende stroken. Mocht dat niet gaan, dan
vraagt zijn fractie zich af of het niet goed zou zijn om het gehele weggedeelte
te gaan versmallen.
De voorzitter antwoordt dat in juli 1988 het college werd overvallen door de
provincie met plannen die nog voor de bietencampagne gerealiseerd moesten
worden. De burgemeester heeft verschillende malen een onderhoud gehad met mensen
van de provincie die deze zaak behartigden. Het college had het idee en kwam ook
tot de conclusie, dat de plannen die in juli 1988 ontvangen werden, de gemeente
meer op de hoogte brachten van de reconstructie van de Molenstraat, dan het
gunnen van inspraak aan de gemeente. Het bewijs van deze gedachtengang was voor
hem dat de provincie binnen 6 weken de plannen uitgevoerd wilde hebben, nadat de
gemeente van die plannen kennis had kunnen nemen. Wethouder Kannekens heeft
hierover verscheidene malen met de heer Plat gesproken. Uiteindelijk is er een
reconstructie van de Molenstraat uit de bus gekomen zoals het er thans ligt,
ondanks protesten van de zijde van de gemeente. Het voorstel, dat breed door de
raad wordt gedragen, is om te bezien of er fietsstroken gerealiseerd kunnen
worden langs de Molenstraat. Wellicht gaat het voorstel verder, daar er gevraagd
wordt om er fietsstroken te maken. Hij vraagt of de raad er mee accoord gaat dat
er op korte termijn een vergadering van de commissie Openbare Werken wordt
belegd, waarbij de materie in details besproken kan worden. Hij betrekt hierbij
de vraag van de heer Van de Merbel inzake versmalling van de Molenstraat. Feit
is dat versmalling van wegen beperking van de snelheid teweeg brengt. Het is
misschien goed om in de commissie ook uitvoerig stil te staan bij het feit of
versmalling van de Molenstraat over de gehele lengte invloed zou kunnen hebben
op de snelheid en verkeersveiligheid. Wanneer er fietsstroken worden aangelegd,
dan zal een en ander goed moeten worden bezien in de commissie en daarbij zal
terdege rekening gehouden moeten worden met het zicht op de toekomst. Hij gaat
er van uit dat niemand van de raad zich verzet tegen de aanleg van de
fietsstroken en ook niet tegen de dekking van de aanlegkosten.
Het college in bereid het voorstel over te nemen en de zaak in een vergadering
van de commissie Openbare Werken aan de orde te stellen.
Wethouder Kannekens merkt op dat er met betrekking tot de Molenstraat is
uitgevoerd, wat door de gemeenteraad is besloten. De raad kan, nu een en ander
is gerealiseerd, wijzigingen aanbrengen. De zaak technisch bekijkend, dient er
van uit gegaan te worden, dat het moeilijk realiseerbaar is een rabatstrook te
leggen langs de Molenstraat vanaf het bord bebouwde kom komend vanaf de kom van
Fijnaart richting Nieuwemolen. Er zal geen ruimte voor zijn en er zal daarom een
ondoorbroken streep getrokken moeten worden voor het fietspad. Aan de andere
zijde is er voldoende ruimte om een bredere rabatstrook aan te leggen voor de
fietsers. De zaak zal technisch opnieuw bekeken moeten worden. In de antwoord
brief aan de CDA-fractie staat dat het de gemeente f. 15.000,zal gaan kosten.
Van de dienst gemeentewerken heeft hij te horen gekregen dat dat een schatting
is en dat het bedrag anders uit kan vallen. De moeilijkheid is dat er zeer
weinig ruimte is om aan de rechterzijde van de Molenstraat, richting
Nieuwemolen, een rabatstrook aan te leggen.
De voorzitter onderschrijft de woorden van wethouder Kannekens en zegt dat er
technisch wat meer komt kijken dan even een strook aanleggen.
De heer Mastenbroek merkt op dat het hem verstandig lijkt om in de commissie
Openbare Werken het gehele plan, zoals dat in de besloten vergadering van de
commissie Ruimtelijke Ordening is behandeld, opnieuw onder de loup te nemen.
Wellicht dat er nu een aanpassing moet plaatsvinden aan de Molenstraat, maar hij
neemt aan dat het grote plan pas in 1992 gerealiseerd gaat worden. Er dient
gekomen te worden tot een tussentijdse oplossing, maar deze zal moeten
aansluiten bij het plan dat na die tijd gerealiseerd gaat worden.
De voorzitter antwoordt dat dat de bedoeling is
De heer Van der Spek is het met de vorige sprekers eens dat de Molenstraat een
verkeersgevaarlijke situatie oplevert. Hij maakt bezwaar tegen het feit dat de
raad praat over technische uitvoeringen, zoals rabatstroken, wel of geen