-7-
16Voorstel tot benoeming plaatsvervangend burgerlid commissie Onderwiis,
Cultuur. Sport en Welzijn. Volgnr. 89-VII-79.
De voorzitter zegt dat het voorstel wordt teruggenomen op verzoek van de
betreffende fractie.
17. Voorstel tot vaststelling van de Verordening betreffende een experimentele
regeling over aanspraak op ouderschapsverlof. Volgnr. 89-VII-67
De raad besluit zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van
burgemeester en wethouders.
18. Voorstel tot vaststelling van de Verordening betreffendede
rechtspositionele erkenning van alternatieve samenlevingsvormen. Volgnr. 89-VII-
66.
De raad besluit zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van
burgemeester en wethouders.
19. Rondvraag(eventueel schriftelijk ingediende vragen).
De voorzitter zegt dat er geen schriftelijke vragen zijn ingediend. Er ligt nog
wel een vraag van de CDA-fractie die nog door het college beantwoord moet
worden.
Me jGrootenboer wenst de afhandeling te weten van West-Brabant Containerservice
en de financiële consequenties voor de gemeente.
De voorzitter antwoordt aangaande de financiële consequenties voor de gemeente,
dat er geen claims of rekeningen bij de gemeente zijn ingekomen. De afwikkeling
ligt bij Gedeputeerde Staten, omdat dat het vergunningverlenend orgaan is.Met
betrekking tot de afhandeling van de procedure zegt ze dat men in de krant
heeft kunnen lezen dat de zaak voor de rechter is geweest. Wat exact de
uitspraak is geweest, daaraan waagt ze zich niet, daar ze deze niet op schrift
heeft. De gemeente krijgt geen afschriften van een dergelijk vonnis.
De heer De Jong zegt dat zijn fractie in de vergadering van 22 juni 1989 het
instellen van een fonds met betrekking tot mensen met een minimum inkomen aan de
orde heeft gesteld. Het aan de orde stellen van dit punt in de commissie zou
geen probleem zijn. Hij vraagt, namens zijn fractie, of het college zich over
deze kwestie reeds heeft beraden. Hij vraagt wanneer en in welke commissie
hierop wordt teruggekomen.
De voorzitter antwoordt dat het college zich hierover nog niet heeft beraden,
mede in verband met vakanties van de behandelende ambtenaren. Zodra het college
hierover een standpunt heeft ingenomen, zal dit naar voren worden gebracht.
De heer Van de Merbel zegt dat er tijdens de rondvraag van de vorige
raadsvergadering uitvoerig is gesproken over de verkeerssituatie in de
Molenstraat. Het heeft vrij lang geduurd voordat er ter plaatse iets gebeurde in
de vorm van paaltjes, die de situatie ietwat verduidelijkt hebben. Hij neemt aan
dat het college het met hem eens is, dat dit geen definitieve oplossing betreft.
Hij vraagt of er iets meer te vertellen is over de contacten met de provincie en
over de wijze waarop men de situatie definitief kan gaan oplossen. Hij vraagt of
de schriftelijke vragen van de CDA-fractie, waarop de voorzitter in het begin
van de rondvraag heeft gedoeld, op deze affaire betrekking hebben. Hij heeft
begrepen in de vergadering van 22 juni jongstleden dat er een brief van de CDA-
fractie bij de gemeente was ingekomen. Hij vraagt of deze brief nog een keer bij
de raad ter tafel komt. Het houdt hem bezig hoe een en ander eigenlijk precies
gegaan is. Hij vindt het een beetje merkwaardig hoe omgegaan is met de materie.
De CDA-fractie en zijn fractie spraken volgens hem naar de krant toe over één en
dezelfde zaak. Het komt bij hem merkwaardig over dat men het middel van de
rondvraag bij de raadsvergadering niet gebruikt voor dit doel. Het wekt bij hem
de indruk dat de publiciteit rondom het geval belangrijker is dan de zaak zelf.
Hij vindt dit niet prettig. Hij vindt het merkwaardig overkomen, daags na de