-3- voorbehoud is gemaakt over de bestemming van deze geldsom. Er is niet indringend over een eigen gebouw voor de jongeren gesproken. Zijn fractie staat voor dat de continuïteit gewaarborgd moet zijn voor de toekomst. In de besluitvorming zouden deze punten meegenomen worden. De heer De Jong merkt op dat in de notulen van de raadsvergadering van 22 juni 1989 staat bij dit punt dat de raad accoord gaat met het voorstel inclusief het voorbehoud van de CDA-fractie. Er is sprake van een voorbehoud ten aanzien van de vraag over onderbrenging wel of niet bij de Kieviten, maar hij neemt aan dat de rest van het voorstel doorgaat, zoals het in de raadsvergadering van 22 juni jongstleden verwoord is. De voorzitter antwoordt dat dat juist is. Er is sprake van één kanttekening, waarover in de juni-raad uitvoerig is gediscussieerd, namelijk dat de plaatskeuze van het honk opnieuw in de raad aan de orde komt. Het jeugdhonk op zich is geen punt, maar de plaatskeuze wordt opnieuw in de raad besproken, zodra het college duidelijkheid heeft over de kwestie met de Kieviten. De heer Nijhoff merkt op dat tijdens de vorige raadsvergadering is besloten dat de opmerkingen van de CDA-fractie meegenomen zouden worden. De voorzitter antwoordt dat de opmerkingen inderdaad meegenomen zouden worden. In de raad was er eenduidigheid over een eigen plaats voor de jongeren, hetzij inwonend, hetzij zelfstandig. Zou het zelfstandig worden, dat zou de zaak opnieuw in de raad aan de orde worden gebracht. Wellicht dat er dan over de financiën gepraat moet worden, omdat de raad tot op heden f. 10.000,-- ter beschikking heeft gesteld voor de zaak. 4Voorstel tot het nemen van een voorbereidingsbesluit voor het perceel Kadedijk 116 tot en met 120 te Fijnaart. Volgnr. 89-VII-72. De raad besluit zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders. 5Voorstel tot het nemen van een voorbereidingsbesluit voor een perceel aan de Eerste Kruisweg. Volgnr. 89-VII-80. De heer Van de Merbel merkt op dat er in de raadsvergadering van februari 1989 door de raad een besluit is genomen tot ruiling van grond. Voor de betreffende grond wordt thans voorgesteld een voorbereidingsbesluit te nemen. In de raadsvergadering van februari 1989 is de raad door het college voorgehouden dat het terrein, qua bestemming, ondermeer bedoeld zou zijn voor bedrijven, alsmede parkeerplaats voor vrachtwagens. In het voorliggende voorstel wordt uitsluitend gesproken over de bestemming als bedrijventerrein. Zijn fractie vraagt of het college het niet meer aan de orde acht, dat er parkeergelegenheid voor vrachtwagens geschapen wordt. Wanneer het college het idee heeft losgelaten om op deze grond een parkeerterrein voor vrachtwagens te realiseren, vraagt zijn fractie of het college alternatieven heeft voor de problematiek met betrekking tot het parkeren van vrachtverkeer. In de krant heeft hij gelezen dat het college over de noodzaak van een parkeerterrein voor vrachtwagens iets genuanceerder is gaan denken. Wethouder Van Dis antwoordt dat de noodzaak van een parkeerterrein voor vrachtwagens nog levensgroot aanwezig is. Het plan om ergens een parkeerterrein aan te leggen is nog helemaal niet van de baan. Het college beoogt met het voorliggende voorstel dat er zeer snel gereageerd kan gaan worden op een eventuele aanvrage. Het voorstel houdt niet in dat het plan voor een parkeerterrein voor vrachtwagens in het betreffende gebied helemaal losgelaten is De heer Van de Merbel herhaalt dat in het voorstel uitsluitend gesproken wordt over bedrijventerrein. Hij concludeert uit de woorden van wethouder Van Dis dat het college onder bedrijventerrein ook omvat een terrein om vrachtauto's te parkeren.

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1989 | | pagina 102