het eventjes wat tijd kost. Ik wil het echter zo kort mogelijk houden.
Het komt echter recht uit mijn hart.
Alleen ben je niets. Samen kun je veel. Als ik hier al mee begin dan is
dit om aan te geven dat men als mens deel uitmaakt van een geheel, van
een samenleving. Daarin dient men samen met anderen te functioneren.
Bovendien zijn het vaak anderen die het mogelijk maken dat je kunt
functioneren in die samenleving. Als er al mensen zijn die het mij
mogelijk maakten om de verplichtingen voortvloeiende uit het
wethouderschap na te kunnen komen, dan is dat op de eerste plaats mijn
vrouw. Zij was het die, zonder zich ooit met de politiek te bemoeien,
mij de ruimte gaf. Zij deelde het ongeregelde leven met mij en gaf mij
de mogelijkheid om vaak van huis te zijn. Dit was mogelijkheden
beperkend wat betreft ons gezin en de toekomst. Ze gunde mij de kans om
als wethouder te functioneren. Als er zaken waren waar we beide naar toe
moesten, waren er weer anderen die ons daarbij hielpen. Buurvrouw en
buurman Nieuwkerk, Anneke en Ties, Toos Roks, Corry van Dueren den
Hollander, Peter en Toos Meijers, Mees en Tien de Lint zuster Serrafia
Deze mensen stonden altijd klaar om op Herbert te passen of gewoon om
ons te steunen met raad en daad in de periode dat wij dat nodig hadden.
Later gevolgd door hun lieve dochters die als vanzelfsprekend de taak
van hun moeder over namen om ons met een gerust hart van huis te laten
gaan. Net zo vanzelfsprekend ook als de steun in een andere vorm die we
mochten ontvangen van Hendrik Kannekens die er zelfs niet voor
terugdeinsde om zijn Mercedes beschikbaar te stellen om een bezoek aan
moeder en kind mogelijk te maken.
Voorzitter, ik ben hier bewust mee begonnen omdat in deze mensen oprecht
dank verschuldigd ben. Omdat, als zij er niet geweest waren, een en
ander heel anders gelopen zou zijn. Het is al gezegd, dat je als
wethouder in een kleine gemeente je mouwen op moet stropen. Dit is ook
gezegd tegen de burgemeester toen deze zijn functie van burgemeester van
Fijnaart en Heijningen innam. Zet U maar in voor ons dorp. Voor het dorp
wat ons lief is. De liefde tot zijn dorp, zijn streek en grond is een
ieder aangeboren. Dat we daarbij bij tijd en wijle wat moeilijk waren
ligt ook weer aan de grond. Want hoe vruchtbaarder de grond, hoe
moeilijker de mens. Als je dan functioneert als wethouder in een kleine
gemeente kun je niet zeggen dat er voor het vervullen van de functie van
wethouder 2 dagen staan qua beloning en meer doe ik er niet voor.
Wethouder zijn in een klein dorp is altijd grensverleggend en kost je
steeds meer tijd. Daar rol je gewoon in. Bovendien, dat zit in de aard
van het beestje, je wilde het goed doen. In de raad wilde ik mezelf
altijd bewijzen. Als wethouder wist je dat je het dubbel zo goed moest
doen en de zaken heel goed moest voorbereiden. Als je een milimeter
afwijkt van het pad dat je moest bewandelen kreeg je dat op je brood. Op
zich helemaal niet erg, als je daar maar rekening mee houdt.
De verstandhouding binnen het college was uitstekend. We konden het met
elkaar goed vinden. We hadden een prima sfeer binnen het college. In
feite zijn we een beetje dezelfde soort mensen. We hebben ongeveer het
zelfde karakter. We zeggen precies waar het op staat. De zaken zijn de
zaken, maar de mensen zijn de mensen.
De fles Spa die de voorzitter mij overhandigde was typerend. Ik was in
1974 nog geen week wethouder en moest naar een bijeenkomst waarbij nogal
wat mensen aanwezig waren, ook bestuurders. Daar werd tegen mij gezegd
"wat moet jij met een Jus d'Orange". Ik zei ik drink niet anders".
Toen werd er gezegd:"O, maar dan word je nooit een goede wethouder, je
moet een borreltje nemen". Dat was heel typerend Spa rood is nog
8