Westelijk Noord-Brabant betreffende het driesporenbeleid t.b.v. De
Kragge 1/2. Hij merkt op dat men naar aanleiding van een krantenbericht
over dit onderwerp zich af kan vragen of men nog met dit
driesporenbeleid door moet gaan. In het krantenbericht stond dat de heer
Welscher, de gedeputeerde van Milieu, gezegd heeft dat hij met de
Streek- en stadsgewesten denkt aan een twee- of hooguit een driedeling
van Noord-Brabant, in die zin dat er twee of drie verwerkingseenheden
zouden moeten komen op het gebied van vuilstort. Dit zou betekenen dat
binnen nu en vijf jaar deze plannen gerealiseerd zouden moeten zijn. Men
kan zich dan afvragen of men nog alle energie in de Kragge 2 moet
stoppen, omdat toch eigenlijk vaststaat dat de gemeente Fijnaart en
Heijningen over 5 jaar niet meer in Bergen op Zoom zal storten, maar in
Moerdijk. Hij vraagt zich af of het niet verstandig zal zijn dat men een
kanttekening bij dit ingekomen stuk maakt of men wel verder moet gaan
met het driesporenbeleid van Kragge 2.
De voorzitter antwoordt dat de gewestraad op 28 september jongstleden
besloten heeft drie zaken af te handelen, met name de
onderzoektechnische haalbaarheid van de Kragge 1, de bestuurlijke
haalbaarheid optie Kragge 1 en het voorbereidend onderzoek Kragge 2. Hid
is van mening dat als er een besluit teruggedraaid moet worden de leden
van de gewestraad dit aan de orde kunnen stellen. Als gemeente kan men
hier niet veel aan doen. Men kan ook niet weten of de gedeputeerde van
Milieu een persoonlijke mening heeft geventileerd of dat de uitspraak is
gebaseerd op het beleid van de provincie.
De heer Fakkers is van mening dat als een gedeputeerde een dergelijke
uitspraak doet er toch overeenstemming is binnen Gedeputeerde Staten van
Noord-Brabant. Hij begrijpt uit het krantenbericht dat een aantal
Streek- en Stadsgewesten toch voor een driedeling voelen. Hij heeft dit
onderwerp aan de orde gesteld omdat het betreffende krantenbericht nu
naar buiten is gekomen. Het is dan toch Beter ten halve
gekeerd, dan ten hele gedwaald". Het is voor de gewestraadsleden goed
dat men zich voor een dergelijk zaak gesteund voelt door de raad.
De heer de Vos merkt op dat gezien de procedures die^bij het
Streekgewest gelden zijn fractie het verzoek van de heer Fakkers wil
ondersteunen
De voorzitter is van mening dat men niet extreem moet gaan reageren op
een krantenbericht. Men moet dan toch beter geïnformeerd zijn. Wanneer
het krantenbericht juist blijkt, kan men zich afvragen of het
onderzoek naar Kragge 2 doorgang moet vinden. Als er voor de
volgende vergadering van de gewestraad duidelijkheid komt kan men
als college nog bekijken hoe men deze zaak gaat behandelen.
De heer Fakkers is van mening dat men als raad aan het Streekgewest moet
vragen- of men duidelijkheid kan geven. Hij neemt aan dat het
Streekgewest wel van dergelijke zaken op de hoogte is. Als men dan
duidelijkheid heeft, kan men nog vóör de volgende gewestraadsvergadering
reageren.
De voorzitter vraagt of de raad ermee accoord gaat dat het college deze
laak gaat bekijken en de nodige stappen zal nemen als het krantenbericht
op feiten berust.
De raad gaat hiermee accoord.
De heer de Vos gaat in op punt j_ te weten de notitie van het college
van burgemeester en wethouders van de gemeente Wouw in verband met
bezinning op taak en plaats van het Streekgewest. Hij wil er op
aandringen dat deze notitie binnen de raad en de commissies een vervolg
gaat krijgen. Het lijkt hem beter om er in commissie-verband over te
2