- de beleidsafspraken gemaakt zoals in 1986 blijven onveranderd van
kracht;
- de kandidaat dient over voldoende capaciteiten en tijd te beschikken;
- de fractie van de betreffende wethouder, het C.D.A, levert de
opvolger;
- de kandidaat dient het vertrouwen te hebben van het C.D.A.bij
welke fractie ook de verantwoordelijkheid voor de kandidaat-wethouder
ligt.
Uit het schrijven van de betreffende wethouder heeft zijn fractie
begrepen dat de voorgestelde kandidaat het unanieme vertrouwen heeft
van de C.D.A.-fractie en dat deze fractie de verantwoordelijkheid wil
dragen voor deze kandidaat. Indien zijn fractie het bedoelde schrijven
niet zo mag uitleggen, dan verneemt hij dit gaarne vóór de stemming.
Zijn fractie is van mening dat het niet steunen van de door het C.D.A.
gestelde kandidaat inhoudt dat de medewerking aan de in 1986 gemaakte
afspraken wordt opgezegd. Voor het zetten van deze stap ziet zijn
fractie momenteel geen aanleiding.
De heer van der Spek merkt op dat het merendeel van wat hij namens zijn
fractie wilde zeggen, de heer de Vos al heeft gezegd. Zijn fractie
verwijst ook naar de afspraken die in 1986 gemaakt zijn. Voor zijn
fractie is er ook geen aanleiding om aan te nemen dat de afspraken in
de komende periode niet nagekomen worden. Het ligt voor de fractie van
de V.V.D. ook voor de hand dat zijn fractie de kandidatuur van de H.
Kannekens voor het wethouderschap steunt. Echter niet onder alle
omstandigheden. Zijn fractie heeft wat moeite met de voorwaarden die
vooraf zijn besproken. Met name het punt van de continuïteit. Aan de
andere kant heeft zijn fractie grote bewondering voor de grote
bereidheid tot inzetbaarheid van de kandidaat en tevens voor de
bekendheid met de lokale omstandigheden en bovendien zijn zuinigheid.
Alles bij elkaar is zijn fractie van mening dat er redelijk wordt
voldaan aan de profielschets.
De heer van der Werf merkt op dat zijn fractie zich ook zal houden aan
de afspraken die gemaakt zijn in 1986. Wat de verantwoording betreft
voor de kandidaat-wethouder merkt hij op dat die verantwoording geheel
bij de fractie van het C.D.A. ligt.
De voorzitter vraagt of de heer de Vos nog antwoord wil hebben op zijn
vraag betreffende de unanieme instemming met de voordracht van de heer
H. Kannekens als kandidaat-wethouder, binnen het C.D.A.
De heer Nijhoff antwoordt dat de heer HKannekens unaniem
het vertrouwen van de fractie heeft.
De voorzitter stelt vervolgens het stembureau samen. Hij verzoekt de
heren de Jong en Bienefelt om als stembureau te fungeren.
De heren de Jong en Bienefelt zijn bereid deze taak op zich te nemen.
De raad besluit met 10 stemmen vóór
en 2 blanco stemmen de heer Kannekens te benoemen als wethouder van de
gemeente Fijnaart en Heijningen.
De heer Kannekens aanvaardt de benoeming als wethouder.
De voorzitter schorst de vergadering een moment om de aanwezigen de
gelegenheid te geven om de heer Kannekens te feliciteren met zijn
wethouderschap.
De voorzitter heropent de vergadering door te zeggen dat hij verheugd
is dat de raad wederom in staat is geweest om op deze wijze de zaken af
te handelen. Dat is een goed voorteken en geeft mogelijkheden om met
8