het college zegt is het bedrag dat men krijgt vrij-besteedbaar. Het
hoeft niet eens bestemd te worden voor het nemen van
verkeersmaatregelen. Ten tweede heeft het plan veel weg van een
loterijDe gemeente die het geluk heeft dat er in een jaar 5% minder
verkeerslachtoffers vallen krijgt een extra premie. Bij de deelnemende
gemeenten betekent 5% minder verkeersslachtoffers een dusdanig aantal
dat niet gesproken kan worden van invloeden op het beleid, maar puur
van een kwestie van mee- of tegenvallen. Wat zijn fractie ook gestoord
heeft is de toonzetting van de brief van de Minister van juli 1987.
Zinnen als: Verkeersellende leeft niet"; Het is een onderwerp wat
de mensen niet zo erg bezig houdt" en "Zolang onze familieleden en
vrienden buiten schot blijven, staan we er zelden bij stil", getuigen
er niet van dat de Minister weet heeft van de vele acties die door
particulieren worden ondernomen om de verkeersveiligheid te verbeteren.
Zijn fractie heeft ernstige bedenkingen tegen het op deze wijze
gepresenteerde stimuleringsplan "Actie-25%"Zij verwacht er dan ook
geen enkel heil van. Naar de mening van zijn fractie zijn er betere
manieren om het uitgetrokken geld te gebruiken om de verkeersveiligheid
te verbeteren. De heer Nijhoff heeft daar al een voorbeeld van gegeven,
namelijk het geven van verkeersonderwijs op middelbare scholen.
Hoewel zijn fractie het beoogde doel,"minder verkeersslachtoffers'
onderschijft vindt hij dat men niet mee moet doen aan deze acties,
zolang het op deze manier is opgezet. Als er plannen zijn van de
gemeente om gezamenlijk met een aantal buurgemeenten binnen de groep
Steenbergen en Halsteren wat te doen aan de verkeersveiligheid dan
is zijn fractie daartoe altijd bereid om medewerking te verlenen. Zijn
fractie heeft dan graag concrete voorstellen.
De voorzitter merkt op dat het college zich volledig kan vinden in
hetgeen de heer Nijhoff heeft gezegd. De heer de Vos geeft ook een
juiste benadering. Het gaat er om of de Minister het op de juiste
manier benadrukt en of het politiek wel goed valt. Hij denkt dat men
daar een lang verhaal over kan houden. Het voorkomen van
verkeersongelukken is erg belangrijk. Over het geven van premies aan
gemeente die 5% minder verkeersslachtoffers hebben dan het jaar ervoor
kan men verschillend denken. Het college is bezig samen met andere
gemeenten in een werkgroepje een plan op te zetten. Men zal dan
aandacht besteden aan de verkeersopvoedingDe startgelden zullen op
een zo'n goed mogelijke manier besteed worden. Hij heeft daarbij al
gezegd dat het leuk zou zijn als men dan toevallig ook een
stimuleringspremie ontvangt. Als er door diverse gemeenten op
ingespeeld wordt en men gaat werken aan de verkeersveiligheid, dan is
dat op zich een goede zaak. In het lokale driehoeksoverleg is besloten
dat als de raden ermee akkoord gaan, het zo zal geschieden dat men binnen
de groep over de aanpak gaat spreken. Men heeft zelfs gezegd dat als er
een raad is die niet meedoet het op zichzelf toch wel verstandig is dat
men er bij betrokken is, ook al krijgt men dan de gelden niet. Het is
binnen het lokale driehoeksoverleg beter op een aantal punten een
gerichter beleid te gaan voeren. Op de vraag welk beleidsplan van de
minister er aan ten grondslag ligt,antwoordt hij dat dat met name het
beleidsplan is om het beleid naar de gemeenten te brengen. De gemeenten
worden zich bewust van het feit dat het aan de basis moet gebeuren. Dit
wil de minister stimuleren met een eerste bijdrage. Men kan hier niet
een totaal beleid uit lezen. Het beleid van de minister kan men hier
niet gaan bespreken. Hij vraagt de raadsleden met klem om het college
de kans te geven om in groepsverband tot een goede planning te komen.
5