10. Voorstel tot het verwerven van gronden van de Vereniging ter
bevordering van de verkrijging van onroerend goed door landarbeiders.
Volgnr. 8~XIII-96~
De heer van der Werf vraagt of de f 20.000,die ten gunste van de
gemeente komen al een bestemming hebben gekregen van de voorzitter.
De voorzitter antwoordt dat hij er zelf geen bestemming aan zou durven
geven.
De heer Kannekens merkt op dat men misschien wel meer dan f 20.000,
in de gemeentekas had kunnen krijgen. Hij vindt de grondprijs erg
laag. Het pachtvrij maken van de grond vindt hij wel duur namelijk f
2,50 per meter, maar verkopen van de grond voor f 4,per meter vindt
hij heel goedkoop.
Wethouder van Dis merkt op dat dit voorstel beoogt een oud slepend
geval op te lossen. Daar moet men vanuit gaan.
De heer Kannekens merkt op dat de landinrichtingscommissie geen oud
geval is.
Wethouder van Dis antwoordt dat de heer Kannekens daarin gelijk heeft.
Het probleem was dat er vroeger een patstelling was, omdat de
landinrichtingscommissie alleen een aanzienlijke onderbedeling kon
toepassen die door de pachters niet aanvaard hoefden te worden. Dit was
een vrij ingewikkelde zaak. Via dit voorstel kan er een oplossing
komen. Wat betreft de prijzen van de grond merkt hij op dat de
pachtvergoedingen uiteenlopen van f 1,50 tot f 3,50. Gedeputeerde
Staten hebben in bepaalde gevallen f 3,50 per meter toegestaan. Hij
denkt dat f 2,50 geen probleem is. De verkoopprijs is de
taxatieprijs die in het kader van de ruilverkaveling vastgesteld is.
De raad besluit zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel
van burgemeester en wethouders.
11. Rondvraag (eventueel schriftelijk ingediende vragen)
De voorzitter merkt op dat er een brief ingekomen is ten aanzien
van de eventuele aankoop van grond aan de Kerkring door de
Kruisvereniging. Qndat deze brief 16 september 1987 binnen is gekomen,
leest de voorzitter hem voor,- zodat de raadleden er kennis van kunnen
nemen.
De heer Kannekens merkt op dat er tijdens evenementen verkeersborden
neergezet worden. Hij heeft echter geconstateerd dat deze borden
genegeerd worden. De politie let hier niet op.
De voorzitter antwoordt dat men wellicht zo weinig mogelijk borden moet
plaatsen. Bij alle prioriteiten is het niet eenvoudig aandacht aan
zoiets te schenken. Hij denkt dan ook dat men in de nabije toekomst, de
verenigingen zelf zulke zaken moeten laten opknappen. De echte
zaken aangaande de politie moeten dan echter wel bij de politie
blijven. Bij het stellen van prioriteiten is het een onmogelijkheid om
aan al die zaken voldoende medewerking te geven. Dit los van het feit
dat als verkeersborden geplaatst worden de burgers hierop moeten
letten.
De heer Kannekens merkt op dat men de verenigingen niet
verantwoordelijk kan stellen voor verkeerschaos.
De voorzitter merkt op dat dat ook niet zo is. Er zijn echter bepaalde
zaken waarvoor de verenigingen zelf zorg kunnen dragen.
6