De voorzitter antwoordt dat er op dit moment een tweetal aanvragen liggen die geen haast hebben. Toch moet er iets aan gebeuren. De raad besluit zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders. 7. Voorstel tot verkoop van een perceel grond naast woning aan A. van Doorn, Oude Heijningsedijk 227. Volgnr. 87-1-2. De heer de Vos merkt op dat de gemeente een stukje grond gaat verkopen aan iemand die de overlast van buren wil beperken. Uit de stukken komt niet naar voren wat voor problemen de heer Van Doorn heeft. Als het stukje grond verkocht is, kan de gemeente niet meer zeggen wat de heer van Doorn met het stukje grond mag doen. In de gemeente zijn er meer mensen die een stukje gemeentelijke grond zouden willen hebben om over last te beperken. Zijn fractie vraagt welk beleid de gemeente wil gaan volgen bij eenzelfde volgende aanvraag. In de commissie Bezwaar- en Beroepschriften krijgt men vaak te horen dat men bij een ander, die hetzelfde gevraagd heeft, anders geadviseerd heeft. De heer van Doorn heeft verzekerd in de toekomst niet op het stukje grond te gaan bouwen. Hij vraagt welke garantie de gemeente heeft bij een volgende eigenaar van het stukje grond. Die kan wel op het stukje grond gaan bouwen. Wordt er in de koopovereenkomst iets van dien aard aan de orde gesteld, bijvoorbeeld door het opnemen van een kettingbeding? Wethouder van Dis merkt op dat er een concrete situatie is. Er moet iets gedaan worden en dit kan door verkoop van een stukje grond naast de woning. Het is probleem is volgens hem op deze wijze praktisch opgelost. Wethouder Fakkers merkt op dat op het moment dat dit besluit in het college genomen werd de voorzitter afwezig was. De overlast, die de heer Van Doorn heeft, is in heel Heijningen bekend. Men komt naast de woning van Van Doorn frites halen bij de frites-kraam. Er zijn mensen die thuis eigenlijk iets hadden moeten doen, maar deze mensen doen het tegen de muur van de woning van Van Doom. Er zit ook een raam aan de zijkant waar men van alles doorheen gooit, hetgeen voor de familie Van Doorn niet leuk is. Door het kopen van een stukje grond naast de woning kan de heer Van Doorn van al deze problemen af zijn. Er zijn in deze gemeente geen gelijksoortige gevallen. Dat er op de Voorstraat zulke dingen gebeuren is ook bekend, maar dan zou men de Voorstraat op moeten kopen. Ten aanzien van de garantie van de volgende eigenaar behoeft men niet ongerust te zijn. Het pand is een familiebezit. De toekomstige bewoner die daar te zijner tijd in zal komen te wonen heeft verklaard niet op het stukje grond te zullen gaan bouwen, noch de behoefte heeft om het pand te verkopen. De voorzitter vindt de oplossing door het kopen van een stukje grond ook de meest praktische. Men mag ook blij zijn dat de mensen niet iedere dag komen klagen over de overlast die men heeft. De raad besluit zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders. 8. Rondvraag (eventueel schriftelijk ingediende vragen) De heer de Witte merkt op dat hij een kopie van de gemeente heeft ontvangen. De enveloppe was geadresseerd aan "de bewoners van dit pand". Hij vraagt of de kopie een concept-voorlichtingsblad is en of dit naar alle bewoners is verzonden. 4

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1987 | | pagina 6