De voorzitter antwoordt dat de directeur van het postdistrict en de directeur van de loketdienst het college hebben verzekerd dat ten aanzien van Heijningen de situatie zo zal blijven zoals deze is. Ten aanzien van Oudemolen,zal de dienstverlening in stand worden gehouden zij het dat het wel teruggebracht zal kunnen worden naar een paar keer per week. Daarbij is gezegd dat in samenwerking met de gemeente een aantal handelingen samen kunnen gaan. De zorg echter dat de P.T.T. landelijk verder wil gaan dan gezegd is, deelt hij met de heer Masten broek. Het college zal er alert op moeten zijn dat de P.T.T. haar dienstverlening handhaaft op de plaatsen waar het minder opbrengt. Hij kan zich voorstellen dat er aan de dienstverlening van de P.T.T. ook een grens is. De heer de Jong merkt op dat de grens die de P.T.T. stelt nogal minimaal is. Als men leest dat 1000 lokethandelingen niet gehaald worden, dan is hij toch wel bang dat de P.T.T. het mobiel postkantoor aan Oudemolen op gaat heffen. De voorzitter antwoordt dat Oudemolen niet aan de minimale eisen voldoet. Gezien echter de ligging van Oudemolen en de plaatsen die het mobiel postkantoor aandoet past Oudemolen in het beeld om gehandhaafd te blijven. Als de ligging van Oudemolen anders zou zijn, zou de P.T.T waarschijnlijk een strakker standpunt innemen. Wat hij nu zegt is wat de P.T.T. tegen het college heeft gezegd. Hij kan er niet voor instaan dat de P.T.T. geen ander beleid gaat voeren. Het college moet hierop alert zijn. De landelijke vereniging voor kleine kernen is ook actief op dit gebied. Het zou echter niet verkeerd zij om via de Vereniging van Nederlandse Gemeenten de aandacht op deze problematiek te vestigen. De heer Kannekens merkt op dat bij het mobiel postkantoor te Oudemolen het aantal lokethandelingen geturft wordt. Men komt ver boven de 1000 lokethandelingen. De voorzitter antwoordt dat er misschien veel mensen uit Fijnaart zijn die zich betrokken voelen bij Oudemolen en daar naar het postkantoor gaan. De heer Mastenbroek merkt op dat men de inwoners van Oudemolen kan adviseren om niet tien postzegels in één keer te kopen maar één postzegel per keer. De heer Mastenbroek vraagt naar aanleiding van het ter inzage gelegde jaarverslag van de Witte Roos van 1986, waar de nadere voorstellen betreffende de Witte Roos blijven. Deze toezegging is gedaan in de openbare vergadering van de commissie Financién van 4 juni 1987. De voorzitter antwoordt dat men daar intern druk mee bezig is. Het college is er zich van bewust dat men vóór de begrotingsvergadering duidelijkheid moet hebben. De heer de Jong vraagt of de gewijzigde statuten van Ons Middelbaar Onderwijs ter inzage gelegd worden. Dit is in de vorige vergadering toegezegd. De voorzitter antwoordt dat deze statuten ter inzage gelegd worden. De heer van der Spek vraagt wanneer er gewijzigde verordeningen ter inzage worden gelegd of de gewijzigde paragrafen aangegeven kunnen door middel van een markering in de kantlijn. Dit versnelt het lezen. De voorzitter antwoordt dat hij het helemaal eens is met de heer van der Spek. Hij geeft dit in handen van de secretaris. De heer van der Werf vraagt aan wethouder Fakkers wanneer de bruggen in plan Oost geschilderd worden. Hij heeft de vraag al meerdere malen in commissieverband gesteld. Men is nu al een paar jaar verder en de bruggen zijn nog niet geschilderd. 15

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1987 | | pagina 64