bepaald niet met vreugde ontmoet, omdat het de zaak van West-Brabant en
Fijnaart niet heeft versterkt en gediend.
De heer Nijhoff merkt op dat zijn fractie gezien de vertrouwelijkheid
van dit agendapunt over wenst te gaan tot behandeling in besloten verga
dering. Dit geldt naast dit agendapunt ook voor agendapunt 8.
De voorzitter merkt op dat in openbaarheid besloten dient te worden en
dat de discussie in beslotenheid gehouden kan worden. Hij vraagt of de
raad het voorstel van de CDA-fractie ondersteunt.
De raad gaat ermee akkoord om de agendapunten 7 en 8 in besloten verga
dering te behandelen.
De heer Nijhoff zegt dat het misschien verstandig is om eerst de andere
agendapunten in openbare vergadering af te handelen.
De voorzitter antwoordt dat de raad dit reglementair verplicht is.
Hij stelt vervolgens agendapunt 9 aan de orde. (Voor de besluitvorming
ten aanzien van agendapunt 7 en 8 zie na punt 10 rondvraag en afscheid
raadslid M.M. de Witte en voor punt 11 sluiting).
9. Voorstel tot verlening vrijstelling ingevolge artikel 19 Wet op de
Ruimtelijke Ordening t.b.v. bouwplan Waterschap "de Striene"Volgnr.
87-111-32
De voorzitter deelt mede dat de raad de bevoegdheid aan zich heeft
gehouden om te besluiten over de vrijstelling.
De heer Kannekens zegt dat de Striene in argumentatie naar Gedeputeerde
Staten toe gezegd heeft dat er in de gemeente geen bedrijventerrein
aanwezig is. Dit geeft zijn fractie aanleiding om op haar eerder ingeno
men besluit terug te komen. Het is voor zijn fractie op deze manier
onaanvaardbaar haar medewerking te geven. Op een steenworp afstand ligt
nog ongeveer 10 hectaren bedrijventerrein. Als de Striene dan laat weten
dat er geen bedrijventerrein is, dan gaat dit zijn fractie te ver.
De heer Bos merkt op dat de fabeltjeskrant uit Den Bosch wel leuk is,
maar wel een onverstandige. Hij denkt dat er door Den Bosch eenzijdig
geïnformeerd is. Hij vraagt of er bij de gemeente geïnformeerd is hoe
het in de raad in zijn werk is gegaan. Niet bij de gemeente, maar juist
bij de Striene heeft men geïnformeerd, waarvan de dijkgraaf in het
provinciaal bestuur zit. De gemeente staat er zeer slecht voor, wanneer
men in Den Bosch nog niet weet dat Fijnaart en Heijningen een industrie
terrein heeft. Hij stelt voor: "Nu geen medewerking verlenen en nooit
niet"
De heer de Jong zegt dat zijn fractie zich aansluit bij de woorden van
de heer Kannekens. Het eerder ingenomen standpunt van zijn fractie met
betrekking tot deze zaak is bij het college bekend.
De voorzitter antwoordt dat de raad zelf de vrijstelling bij Den Bosch
heeft aangevraagd. Het zou als provincie vrij ongebruikelijk zijn - bij
de afweging om al dan niet de verklaring van geen bezwaar te geven
verder te informeren bij de gemeente. De gemeente heeft namelijk te
kennen gegeven om als zodanig de medewerking te geven.
De provincie heeft bij de Striene nader informatie ingewonnen, alvorens
zij gekomen is tot het besluit om medewerking te geven. Dit alles lijkt
hem een volkomen logische gang van zaken. Dat men als raadslid het niet
eens is met de argumentatie van het waterschap de Striene is een hele
andere zaak. De raad kende vooraf ook de situatie en had dan vooraf
beter kunnen besluiten om de procedure niet in werking te stellen. Het
is uiteraard thans aan de raad om te besluiten de vrijstelling wel of
niet te verlenen. Hij denkt dat men als raad oud en wijs genoeg is, om
4