aan zijn manier van communiceren, temeer omdat dat vaak dan gepaard ging met -wat op het eerste gezicht leek- wat cynisme verpakt in een grap. Cynisme is vaak niet meer dan een ingepakte waarschuwing geweest, zonder iemand nu direkt voor schut te zetten of te kwetsen. Of het altijd begrepen werd, dat vraag is me wel af. De bovenmeester. Reeds meerdere keren aangehaald, maar het was wel een aangename verrassing toen ik de titel weer eens hoorde. Gelijk heeft men als men het zegt. Hij was, is en blijft een bovenmeester, de man met het vingertje opgeheven. Wie niet zoet is, die krijgt de roe. De strengheid wilde ik daarnet eigenlijk al aanhalen als synoniem voor zijn stugge overkomen. Datgene wat men in zijn opleiding meekrijgt, dat houd je je hele leven vast. Ik denk dat het toch één van de redenen is geweest dat de secretarie daarom juist kon groeien tot wat het nu is. Een secretarie met mensen die hart hebben voor hun zaak en ervoor werken. Geen gelanterfanter, maar werken. Het laatste jaar wat opener. Ik denk dat het besef dat het zowel bestuurlijk als organisatorisch op de secretarie goed liep, hem een gevoel van enige tevredenheid gaf. Ik denk dat hij daarop vast nog terugkomt. Ik hoop dat ik gelijk heb als ik dat zo zeg. Last but nog least de raadpleegfunctie. Iets wat men niet van elke burgemeester kan zeggen, zonder de anderen uiteraard te kwetsen. Gezegd kan worden dat onze scheidende burgemeester een zeer goede feeling had met het financiële gebeuren van de gemeente, zozeer zelfs dat hij kon worden geraadpleegd op zijn specialisme. Een pluim krijgt hij hiervoor van de gehele secretarie. Ik bedank hem zelf voor de wijze waarop ik als nieuwbakken secretaris door hem en door de andere leden van het college ben opgevangen. In de afgelopen anderhalfjaar hebben we een goede verstandhouding weten op te bouwen en dat resulteerde naar mijn mening in sluitend teamwork, waarbij dan weer de één dan weer de ander de nodige inbreng bracht. Het was prettig om op deze manier je vak te leren. Namens het personeel vanaf deze plek heel veel succes in Sprang-Capelle. Dank voor het oprechte mededelen met het gebeuren op de secretarie. Ook van de personeelsvereniging, waarvan U lid was, een gelukkige toekomst gewenst en namens deze wil ik nog een kleine attentie overhandigen. Heel hartelijk dank en veel succes". De voorzitter zegt dat hij nu aan een paar afsluitende woorden toe is, om daarna de ambtsketen aan de loco-burgemeester te overhandigen. "Ik begin bij de secretaris. Want de raad denkt altijd wel dat de raad het belangrijkste is en anders denkt de burgemeester het wel, maar het is het ambtelijk apparaat waar we het van moeten hebben. Ik denkt dat de secretaris dat heel goed heeft ingeschat dat mijn wat soepeler en ontspannender houding te maken heeft met het feit dat de grootste rampen in het ambtelijke apparaat op dat moment voorbij leken. Ik heb veelal met het zweet in mijn handen moeten toekijken en moeten ingrijpen bij zaken waarvan ik niet kon zeggen "U bent daar direct voor verantwoordelijk". Deze zaken waren door de loop der tijden en door allerlei moeilijkheden - waar niemand direct persoonlijk wat aan kon doen- ontstaan. Ik ga daar nu niet verder over uitwijden. Concreet is het zo dat we de afgelopen jaren de wind hebben meegehad om het ambtelijk apparaat kwalitatief te versterken, waardoor de mensen die zwaar overbelast waren meer lucht kregen om goed mee te kunnen functioneren. Als het zo is dat je met een aantal mensen de zaak moet dragen, dan gaan deze mensen er mee onderdoor. Wat dat betreft is het wel eens een zaak geweest dat het een raad was die eiste, een raad die niets zag vaak en dat ook niet kon helpen. De raad zag in het verleden niet met welke 12

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1987 | | pagina 161