verordening moet worden vastgesteld en juist met deze inhoud. Over deze
zaak is met de commandant brandweer overleg geweest. De regionale
commandant adviseert om de minimum sterkte hoger te stellen. Het is dan
wel een feit dat de gemeente voor de kosten opdraait. Zo dient het
echter niet te zijn. In de gemeente heeft men een minimum sterkte zoals
dit landelijk wordt aangegeven. De gemeente kan daarvan zelf naar boven
afwijken, maar dan komt de vraag naar voren wie de kosten gaat betalen.
Hierover zal een goede discussie moeten plaatsvinden. De verantwoording
ligt uiteindelijk wel bij de gemeente. In de commissie Algemeen
Bestuurlijke Aangelegenheden zal hierover verder van gedachten worden
gewisseld. Er zullen ook aanvullende gegevens van de brandweercommandant
komen. Hij heeft zelf reeds een tijdje geleden een vraag gesteld aan de
brandweercommandant inzake de inzetbaarheid van de brandweermensen. Goed
op een rij dient te worden gezet welke mensen inzetbaar zijn en hoe deze
inzetbaar zijn. Deze zaken dienen de komende maanden, in aansluiting op
deze verordening goed besproken te worden. Het lijkt hem een goede zaak
dat in de Commissie Algemeen Bestuurlijke Aangelegenheden aan de hand
van de gegevens de zaak nog eens goed wordt doorgenomen.
De raad besluit vervolgens zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig
het voorstel van burgemeester en wethouders.
5. Voorstel tot vaststelling Rechtspositieregeling vrijwilligers bij de
gemeentelijke brandweer en vergoedingsregeling vrijwilligers bij de
gemeentelijke brandweer. Volgnr87-XII-134.
De voorzitter merkt op dat in het verleden de gemeente al een
rechtspositieregeling volgde. Deze regeling is echter nooit door de
raad vastgesteld. De rechtspositieregeling die nu officieel bekrachtigd
gaat worden door de raad is aangepast aan de richtlijnen en is ook via
het georganiseerd overleg gelopen.
De heer de Vos merkt op dat in artikel 4 van de rechtspositieregeling
staat:" Op verzoek ontvangt de vrijwilliger kosteloos een exemplaar van
de verordeningZijn fractie stelt voor om de verordening gelijk
aan iedere vrijwilliger toe te sturen.
De voorzitter antwoordt dat het college hiertegen geen problemen heeft.
De verordening zal worden toegezonden.
De heer Fakkers heeft een vraag ten aanzien van de vergoedingsregeling
vrijwilligers bij de gemeentelijke brandweer. De regeling wordt nu door
de raad vastgesteld, maar hem blijkt niet uit de stukken of de bedragen
die in de verordening genoemd zijn in overeenstemming zijn met datgene
dat vastgesteld is bij de begrotingsbehandeling. Hij vraagt of dit
misschien tot een begrotingswijziging aanleiding geeft.
De voorzitter heeft hierin ook geen inzicht. Hij heeft dezelfde vraag
gesteld aan de chef financiën. De behandelend ambtenaar dacht dat het
wel zo opgegeven was, maar de chef betwijfelde dit. Hij heeft de vraag -
of er dus een begrotingswijziging zou moeten komen- reeds voorgelegd aan
de afdeling Financiën. De raad zal hierover nog een antwoord ontvangen.
De raad besluit vervolgens zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig
het voorstel van burgemeester en wethouders.
3