-4- De voorzitter zegt dat het zo is dat de gemeente 50.000,krijgt van Rida b.v. en 50.000,van het ministerie. In de toekomstige koopprijs, gesteld dat Rida b.v. zou willen kopen, zit de achterstallige huur verdisconteerd. De heer Kannekens zegt dat hetgeen de voorzitter nu vertelt helemaal nieuw is. Dit staat niet in het voorstel. De heer Goorden zegt dat de gemeente een overeenkomst met Caruba b.v. had. In deze huurovereenkomst zat een bepaling dat het rijk garant stond voor een bedrag van 63.000,voor als het terrein opgeruimd zou moeten worden als het fout zou lopen.Het proefproject is tussentijds gestopt omdat het geen succes bleek te zijn. De gemeente kreeg toen een brief van het ministerie waarin werd gezegd dat het rijk bereid was om 101.000,te betalen als de gemeente afstand zou doen van de garantieverklaring. Het gemeentebestuur heeft besloten om afstand van de garantieverklaring te doen. In de tussentijd, werd er beslag op het bedrag gelegd door de fiscus. Daarnaast was de vordering gecedeerd aan de fa. Rida B.V. en de gemeente had een claim van 101.156, Daar bovenop kwam de juridische procedure van de fa. Caruba die het niet eens was met de afwikkeling van zaken. Dit juridische steekspel heeft jaren geduurd. In de tussentijd betaalde het ministerie niet uit omdat er een procedure lag. Op een gegeven moment is de fa. Rida b.v. bij de gemeente gekomen met de vraag of zij het terrein zou kunnen huren. Het gemeentebestuur heeft daarop gezegd dat men dat wel wou doen maar met de 101.156,huurachterstand zat. Hieruit is de regeling voortgevloeid dat de fa Rida B.V. voor een som van 500.000, het terrein zou kopen plus 100.000,waaruit de achterstand bestond. In eerste instantie zou men van deze laatste som 50.000,ineens betalen en 10.000,gedurende 5 jaar. Dit is gedaan omdat er 3 partijen waren: de gemeente, de fa. Rida b.v. en de fiscus. Wanneer Rida de verplichtingen zou overnemen van de fa. Caruba dacht men dat de procedure bij het ministerie sneller afgelopen zou zijn. Dit heeft tenslotte geresulteerd in een regeling waarbij de fa. Rida b.v. 100.000,zou krijgen en de rest naar de fiscus zou gaan. De gemeente heeft daarop geëist dat 50.000,rechtstreeks door het ministerie zou worden uitbetaald. Conclusie is dat er nu 50.000,rechtstreeks van het ministerie komt en de andere 50.000,in 5 termijnen van de fa. Rida. Vervolgens kwam echter het probleem van de notairis dat er ook nog eens overdrachtsbelasting verschuldigd was, de bewuste 30.000, De zaak is daarop weer veranderd. 50.000,komt nu rechtstreeks van het ministerie. In plaats van 10.000, per jaar, wordt het 16.000,per jaar gedurende 5 jaar, om de 30.000, overdrachtsbelasting nog binnen te krijgen. De heer Kannekens vraagt hoeveel hiervan al ontvangen is. De heer Goorden zegt dat er op dit moment nog niets ontvangen is. De 50.000, van het ministerie worden in ieder geval ontvangen. De heer Kannekens vraagt wat er gebeurt als er geen veren te plukken zijn van een kikker. Van wie wordt dan het geld ontvangen. De heer Goorden zegt dat het geld er ligt bij het ministerie. De heer Kannekens zegt dat hij niet het ministerie bedoelt maar het bedrijf Rida b.v. Verder vraagt hij wat er tot op heden van Rida b.v. ontvangen is. De voorzitter antwoordt dat de gebruiksvergoeding tot op heden ontvangen is. De heer Kannekens zegt dat de gebruiksvergoeding 50.000,per jaar is. Hij begrijpt nu echter, dat bij het aangaan van de erfpachtsovereenkomst Rida B.V. 50.000,moet betalen. De heer Koevoets zegt dat volgens artikel 12 van het besluit de gemeente 50.000, van Rida b.v. krijgt. Hij concludeert dat men dan geen 2 maal 50.000, ontvangt. De voorzitter zegt dat dat zo is:/ 50.000,of niks. De heer Mastenbroek merkt op dat men het belangrijkste vergeet. Als men deze overeenkomst niet aangaat heeft men een renteverlies over 600.000, De voorzitter zegt dat het zo is dat men met een huurovereenkomst zit. Het recht van koop is ingebouwd. Als Rida b.v. ter zijner tijd gaat kopen zijn zij bereid om meer voor de grond te betalen dan de grondprijs op dit ogenblik is. -- - --

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1985 | | pagina 94