-3-
De heer Kannekens merkt op dat hij in 1981, toen het bedrijf dat daar toen
gevestigd was, failliet ging, gezegd heeft dat men geen zaken meer moest doen
op deze manier. Nu gaat men echter voor de derde keer een besluit nemen waar
de gemeente alleen maar slechter van wordt omdat het ministerie het volle pond
niet uitbetaalt. Ook vraagt hij zich af waar het rijk blijft met de 265.000,
garantie voor het proefproject.
De voorzitter antwoordt dat deze 265.000,een tegemoetkoming van het rijk
was voor het bedrijf Caruba b.v.
De heer Kannekens is van mening dat de 265.000,een garantie was voor het
huurcontract
De voorzitter antwoordt dat dit niet zo was. De 265.000,was voor het proef
project op zich. Het rijk stond er wel garant voor dat wanneer het bedrijf niet
meer zou bestaan er dan een aantal zaken werden opgeruimd op kosten van het
rijk. Het rijk heeft zich echter niet gehouden aan die afspraak.
Er is een juridische procedure gestart door Caruba b.v. omdat deze het niet
eens was met de wijze waarom de liquidatie werd uitgevoerd. Caruba is hiertegen
bij het ministerie in beroep gegaan. Het ministerie heeft de belangen van de ge
meente niet zo hoog ingeschat.Tenminstedit is de indruk die hij krijgt uit
de stukken die hij hierover gelezen heeft. Hierdoor dreigde in feite een nul
situatie te ontstaan. Het college heeft toen alle middelen aangewend. De afdeling
Algemene Zaken, met de heer Goorden aan het hoofd, heeft er toen alles aan
gedaan om alsnog een positief resultaat te bewerkstelligen. Het positieve
resultaat ligt thans voor. Van de andere kant moet hij ook zeggen dat het bedrijf
Rida b.v. de huurpenningen sinds haar bestaan op tijd betaalt. De opbrengst
voor dat stukje grond, dat de gemeente verhuurt, krijgt men dus. Het punt is
dat het bedrijf Rida b.v. zich op de één of andere manier niet gerealiseerd
heeft dat er overdrachtskosten aan verbonden waren.
Dit is in een vrij laat stadium pas aan de orde gekomen. Dit bedrijf heeft
toen het verzoek aan de gemeente gedaan of het mogelijk was of de gemeente
dit ook verder zou financieren waarbij Rida het op voorgestelde wijze terug
betaalt. Als men dan stelt dat er een voordeel voor Rida inzit betreffende
de rente, zal hij dit ook niet ontkennen. Dit is dan de prijs die de gemeente
betaalt voor het innen van de 50.000,van het rijk.
Als er geen ander bedrijf gevestigd zou zijn op die plaats zou de liquidatie
de gemeente uiteindelijk meer gekost hebben.
De heer Kannekens zegt dat de gemeente in plaats van ƒ101.156,maar 50.000,
krijgt. Men laat dan toch 51.156,schieten.
De voorzitter antwoordt dat de gemeente nu de kosten niet heeft die daar tegenover
staan omdat het bedrijf Caruba b.v. door Rida b.v. is voortgezet. De huurpenningen
worden hiervan wel ontvangen.
De heer Kannekens zegt dat men op 22 augustus 1984 al een huurachterstand van
101.156,had. Dit staat duidelijk in het voorstel van die datum.
De voorzitter ontkent dit niet.
De heer Koevoets zegt dat Rida b.v. juridisch niets te maken heeft met de schuld
van het vorige bedrijf. Die schuld kan dus door de gemeente afgeschreven worden.
Nu kan men dus maximaal nog 50.000,beuren. Dit moet betaald worden zodra
de akte gepasseerd wordt. Wordt dit bedrag dan niet betaald dan kan het bedrijf
terstond van het terrein verwijderd worden. Hij vindt het alleen jammer dat
men vanaf augustus vorig jaar tot op heden het renteverlies heeft van deze
50.000,Als men den nu de knoop doorhakt en besluit om de 29.550,te
financieren is men van alles af.
Als het dan over een paar weken toch mis gaat moet het college maar met dit
voorstel terug komen bij de raad, waarbij de raad dan de knoop goed door kan
hakken.
De heer Kannekens zegt dat wanneer er niet meer garanties zijn dan nu, hij hetgeen
de heer Koevoets zojuist opmerkt ziet aankomen. Hij is er tegenstander van
om toestemming te geven aan hetgeen nu voorligt.
De heer Nachtzaam zegt dat zijn fractie zich ook van al deze gevaren bewust
is. Maar op dit moment heeft men echter geen keus.