-17-
Nu is het zo dat enkel de huurder, de persoon die de huurnota krijgt, lid kan zijn
van de ledenraad. Een bewoner van hetzelfde huis kan blijkbaar geen lid worden.
De voorzitter zegt dat het er inderdaad zo staat zoals de heer de Witte stelt.
Het probleem bewoner is als zodanig nog niet aan de orde geweest. Hij meent toch
wel dat een bewoner van een huis ook lid kan worden van de ledenraad. Dit punt
zal dan ook aangevuld worden.
De heer Koevoets zegt dat een mede-huurder ook lid kan worden.
De heer de Vos merkt op dat er ook nog een derde inwoner van een huis kan zijn.
Bijvoorbeeld een inwonend kind. Dit inwonende kind zou bijvoorbeeld wel lid kunnen
zijn van de vereniging, maar deze staat niet als huurder genoteerd.
Hij zou graag zien dat het begrip huurder" opgerekt wordt tot "bewoners van
huurwoningen"
De voorzitter zegt dat het college zal nakijken of er hiervoor nog een andere
formulering te vinden is. Hij kan dit echter niet beloven. Als de formulering aan
te scherpen is zal het college er wel naar kijken.Het zal echter wel moeilijk zijn
om er veel aan te sleutelen omdat de statuten ook in de andere betrokken gemeenten,
alsmede de betrokken corporaties, aan de orde komen,
De heer de Witte gaat in op artikel 23 van de statuten. Wanneer hij dit artikel
goed interpreteert, dan zou het zo zijn dat een lid van het dagelijks bestuur
zijn functie verliest zodra deze verandert van woonplaatsEen penningmeester zou
bijvoorbeeld dan uit het dagelijks bestuur moeten. Hij vindt dit echter zonde, voora
als het een zeer bekwaam persoon betreft.
De voorzitter antwoordt dat dit ook wel zonde is. Men moet echter niet vergeten-
wat voor problemen het gegeven heeft om tot elkaar te komen. De betrokken partijen
zijn overeengekomen dat er in elke gemeente een bestuuistLid moet wonen, dit om het
contact in stand te houden. Het werkt niet plezierig als er geen bestuurslid in
een bepaalde gemeente zou wonen.
De heer de Witte gaat in op artikel 25 van de statuten. Hij vraagt of hij het goed
begrijpt dat na 10 jaar de commissariaten teruggaan naar 3 in plaats van 6.
De voorzitter antwoordt dat dit niet zo is. Bij het ministerie vindt men dat er
zo weinig mogelijk invloed van de gemeente moet zijn. Dit omdat men als gemeente
toch al een toezichthoudende functie heeft. Alleen gaat het er hier om dat de gemeen
ten samenwerken aan het tot stand brengen van een nieuwe woningbouwcorporatie. Er
is een tussenvorm gezocht, een tussenvorm waar ook het ministerie zich in kan
vinden, dat er een periode is waarin de gemeente nog een commissaris aanwijst.
Na verloop van tijd moet dit echter niet meer nodig zijn. Dit is de intentie van
het geheel.
De heer Koevoets zegt dat dit een goede zaak is. Zo krijgt de gemeente een toezicht
houdende taak. Anders zou men misschien een verweving van belangen krijgen.
De voorzitter denkt dat dit wel meevalt. Het bestuur maakt de dienst uit en de
commissarisen hebben een toezichthoudende taak.
De heer Koevoets zegt dat de invloed toch minder is dan de situatie bij een gemeente
lijk woningbedrijf.
De voorzitter zegt dat men verder totaal geen binding heeft met de nieuwe woning
bouwcorporatie
De heer de Witte gaat in op artikel 47 van de statuten. Hij denkt dat het woord
"mannen" dat in dit artikel genoemd staat, vervangen moet worden. Hij is van mening
dat dit in deze tijd niet meer kan.
De voorzitter zegt dat dit een vaste uitdrukking is.
De heer de Witte vraagt of dit niet in strijd is met de Emancipatiewet
De voorzitter antwoordt dat men dan eigenlijk contact op moet nemen met de staats
secretaris voor emancipatiezaken. Hij is echter van mening dat dit een normale
uitdrukking is.
De raad besluit zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van
burgemeester en wethouders, daarbij de opmerkingen van de heer de Witte in aan
merking nemend.