-12- ziet om dit agendapunt te verplaatsen. Het kan hem echter als voorzitter verder ook niet schelen waar dat agendapunt staat. De heer de Vos zegt dat het zijn fractie nog steeds niet duidelijk is wat de achterlig gende gedachte van het CDA is met betrekking tot dit voorstel. In de commissie voor Bestuurlijke Aangelegenheden van 18 april j.l. is naar aanleiding van een voorstel van de P.v.d.A het voorstel van het C.D.A. gekomen om de ingekomen stukken naar achteren te verplaatsen op de agenda. In die vergadering is echter geen besluit c.q. advies naar voren gekomen. In de vorige raadsvergadering heeft hij gevraagd via de voorzitter aan mevrouw Verhagen wat de achterliggende gedachte achter dit voorstel was. In de notulen van de vorige vergadering staat dat haar fractie van mening is dat de andere agendapunten minder tot hun recht komen, omdat er veel tijd aan de ingekomen stukken wordt besteed. Volgens hem maakt het geen enkel verschil, omdat elk agendapunt de gemoederen hoog op kan laten lopen, zodat er veel tijd aan besteed wordt. Dit is niet specifiek voor de ingekomen stukken. Hij vraagt zich af hoe men dan de volgorde moet gaan rangschikken. De voorzitter antwoordt dat de ingekomen stukken dan afgeschaft worden en op de agenda geplaatst worden. De heer de Vos merkt op dat dit dan waarschijnlijk de enige oplossing is. Voorlopig wil zijn fractie niet meegaan met de meerderheid van het college. Dit omdat zijn fractie geen idee heeft wat er achter dit voorstel schuilt. Zijn fractie heeft echter ook geen tegenargument om het niet te doen. Hij zou graag de argumenten van de CDA-fractie horen. De heer van der Werf zegt dat zijn fractie ook geen redenen ziet om de ingekomen stukken naar achteren te verschuiven op de agenda. Hij denkt dat de raadsleden zichzelf beperkingen moeten opleggen wat de ingekomen stukken betreft. Als men het met een bepaald stuk niet eens is, kan men er altijd een agendapunt voor de volgende vergadering van maken. Over ingekomen stukken van gewestraden of dergelijke zaken, kan men aan de afgevaardigde informatie vragen. Hij zal zijn stem niet aan dit voorstel geven. De heer Koevoets zegt dat ook zijn fractie zich heeft afgevraagd wat de achterliggende bedoeling van het CDA is met betrekking tot dit voorstel. Hij denkt dat het alleen maar een kostbare zaak voor de pers gaat worden. Dit omdat er wel eens interessante stukken bij de ingekomen stukken zitten waarvoor de pers dan langer moet blijven. Het lijkt hem niet fair om deze te dwingen om tot een uur of elf hier te blijven omdat het CDA eerst een uitputtende behandeling aan de overige agendapunten heeft gegeven, alvorens men aan de ingekomen stukken kan beginnen. Hij vreest in dat geval het ergste voor de bezorging van de kranten in de gemeente Fijnaart. Het zou natuurlijk ook kunnen dat de tafel van zijn fractie minder aandacht -noodgedwongen- door de pers zou krijgen. Zijn fractie stelt voor om de ingekomen stukken net als elders in het land vooraan op de agenda te laten staan. Wethouder van Dis zegt dat men de zaken heel duidelijk moet stellen. De wijze waarop de afgelopen twee jaar de ingekomen stukken hier behandeld worden is een wijze geweest die niet voor iedereen even bevredigend was. De belangrijke ingekomen stukken worden aparte agendapunten. Deze behoren dan ook de meeste aandacht te krijgen. Het is nu echter zo dat de behandeling van de ingekomen stukken zoveel tijd in beslag neemt dat een gedeelte van de meerderheid van het college van mening is, dat daardoor vaak onvoldoende aandacht wordt besteed aan de reële agendapunten die voor deze gemeente erg belangrijk zijn. Het blijkt dat in andere gemeenten van Noord—Brabant dit ook gespeeld heeft en dat de vergaderingen op een meer bevredigen de wijze verlopen doordat de ingekomen stukken naar achteren zijn verschoven. Dit is een reden voor de meerderheid van het college geweest om voor te stellen de ingekomen stukken aan het eind van de vergadering te behandelen. Het is het proberen waard. Deze gemeente probeert zoveel. Blijkt het na een jaar niet te werken dan kan men altijd weer veranderen. De heer Nachtzaam zegt dat wethouder van Dis opmerkte dat deze gemeente zoveel probeert. Hij vindt dit niet zo erg juist gesteld. Verder zegt hij dat zijn fractie geïnformeerd heeft bij andere gemeenten. Hieruit blijkt dat bij de meeste gemeenten de ingekomen stukken gewoon na de notulen behandeld worden. Wethouder van Dis zegt dat de gemeente Bergen op Zoom de ingekomen stukken wel behandelt zoals het hier wordt voorgesteld. De heer Nachtzaam zegt dat Bergen op Zoom niet de enige gemeente in West- Brabant is De heer van der Werf vraagt of wethouder van Dis kan aanwijzen welke agendapunten

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1985 | | pagina 81