GEMEENTE FIJNAART EN HE IJ NINGEN
Notulen van de vergadering van de raad op donderdag 27 juni des avonds om
19.30 uur.
Aanwezig:
Voorzitter E.B. Ookels
Secretaris A.C. Maaskant.
Leden Drs W.C. van Dis (wethouder)
M.M. de Witte
Ir. G. de Vos
B.J.A. van Halderen
P.C.A. Koevoets
P.N. Nachtzaam
J. Mastenbroek
Mevr. A.M. Verhagen
H. Kannekens
J. van der Werf.
Afwezig met kennisgeving: De heer W.A. Bos, Drs. F.P. Fakkerswethouder) en de
heer J.C.M. Evers.
De voorzitter opent de vergadering en verzoekt een ogenblik stilte in acht te nemer
Vervolgens heet hij alle aanwezigen van harte welkom en feliciteert de heer de
Vos nog met zijn verjaardag.
2. Notulen van de raadsvergadering van 30 mei 1985
De heer Koevoets merkt op dat op pagina 2, na de stemming over de brief van
de Vereniging Milieudefensie, de voorzitter zegt dat het feit dat de stemmen
staken inhoudt, dat de raad geen mening heeft over dit schrijven. Dit heeft
de voorzitter naar aanleiding van een vraag van hem gezegd. Zijn vraag ontbreekt
echter, waardoor het antwoord van de voorzitter een beetje in de lucht hangt.
De voorzitter zegt dat de notulen zodanig aangevuld worden dat het geheel duidelijk
wordt.
De raad besluit overigens de notulen verder overeenkomstig het ontwerp vast
te stellen.
3. Ingekomen stukken en mededelingen. Volgnr. 85-VII-56.
De heer de Vos gaat in op punt p, een verzoek van de W-groep Fijnaart en Heijninger
om betere huisvesting en een vaste begeleider.
Hij zegt dat het college hierbij voorstelt dit stuk door het college voor te
laten bereiden en af te laten handelen. Hij zou echter voor willen stellen
om de afhandeling in ieder geval in overleg te doen met de raad c.q de commissie
Onderwijs, Sport Cultuur en Welzijn. De raadsleden weten dan op wat voor manier
het college het verzoek gaat afhandelen.
De voorzitter merkt nog even op dat bij de advisering betreffende punt p, van
de ingekomen stukken staat dat het college per abuis de brief van de W-groep
heeft beantwoord. Het is echter in zoverre niet abuis, dat de brief ook aan
burgemeester en wethouders gericht was. Het college had de bevoegdheid om in
eerste instantie te reageren. De advisering bij punt p had misschien iets anders
geformuleerd kunnen worden.
1. Opening