-6- De voorzitter antwoordt dat hij tegen de tijd dat hij helemaal niets meer te doen heeft, zich met de hoeveelheid komma's in een zin zal gaan bezig houden. Hij begrijpt de opmerking van de heer Koevoets overigens best. Wat betreft de vraag van mevrouw Verhagen zegt hij dat men er over kan spreken, gezegd kan worden hoe er over gedacht wordt. De heer de Vos heeft gevraagd om enige uitbreiding te geven aan het ter inzage leggen van de stukken. Er zijn echter al een aantal zaken die als onbenoemde stukken worden neergelegd. Daarnaast worden er ook al een aantal zaken in de commissiekamer gelegd, zoals tijdschriften. Wat betreft het ter inzage leggen van verslagen, zegt hij dat hij hier geen enkel probleem mee heeft. Dit zijn echter niet allemaal stukken die later op de lijst van ingekomen stukken komen. De heer de Vos zegt dat de raad met name over hetgeen er bij de WR gebeurt, een lange tijd in onwetendheid blijft. Op deze manier kan men de evalutatie van wat er allemaal afspeelt niet geheel volgen. De voorzitter zegt dat wat betreft het Algemeen Bestuur de gang van zaken wel bekend kan worden door middel van de map onbenoemde stukken". Wat betreft zaken van het Dagelijks Bestuur kan hij het niet zo overzien. Hij kan bij voorbaat al zeggen dat hier nog wel wat problemen aan vast zitten. Voorzover dit het college niet in conflicten brengt kan men de betreffende stukken wel ter inzage leggen. Niet alle zaken wat betreft het Dagelijks Bestuur kunnen 1 naar buiten gebracht worden. Wat betreft de vraag van mevrouw Verhagen zou hij graag de mening horen van de andere raadsfracties. De heer de Vos zegt dat hij graag via de voorzitter aan mevrouw Verhagen zou willen vragen wat de gedachte is die achter deze vraag ligt. Is de CDA-fractie misschien van mening dat het op deze manier te weten behandeling van de in gekomen stukken vóór de andere agendapunten, niet functioneert De heer van der Werf zegt dat men dit agendapunt niet naar achteren moet schuiven om er zo snel mogelijk van af te zijn. Hij denkt dat men dan verkeerd bezig is. De voorzitter zegt dat hetgeen de heer van der Werf nu opmerkt, hij misschien heeft gesuggereerd. Hij denkt echter dat de achterliggende gedachte van de vraag van mevrouw Verhagen is dat de agendapunten na de ingekomen stukken misschien wat minder tot hun recht komen, omdat er soms lange tijd besteed wordt aan de ingekomen stukken. Het zou prettiger kunnen zijn als de agendapunten afgewerkt zijn, voor men aan de inkomen stukken zou beginnen. Mevrouw Verhagen zegt dat het inderdaad zo is dat haar fractie van mening is dat de overige agendapunten minder tot hun recht komen, door de discussies die soms bij de ingekomen stukken worden gevoerd. De voorzitter denkt dat het verstandig is, dat men vanaf heden de ingekomen stukk^ op de manier gaat behandelen zoals het college heeft voorgesteld. In de raads- vergadering van juni kan men dan de materie weer aan de orde stellen en kan men besluiten of de ingekomen stukken aan het begin of aan het einde van de vergadering behandeld moeten worden. Op deze manier kan iedereen er nog over van gedachte wisselen. Volgende maand wordt dan de formele beslissing genomen. 12. Voorstel tot het nemen van een algemeen besluit tot het aangaan van kasgeld- leningen 1985-1986. Volgnr. 85-VI-42. De raad besluit zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van burge meester en wethouders. 13. Voorstel inzake spreekrecht burgers voor aanvang vergaderingen. Volgnr. 85-VI-44 De voorzitter zegt dat de PLF-fractie een voorstel heeft gedaan m.b.t. het spreekrecht voor de aanvang van vergaderingen. In de commissie Bestuurlijke Aangelegenheden is hierover gesproken. Deze commissie kon zich in het voorstel vinden, zoals het er nu ligt. De bedoeling van dit voorstel is eigenlijk om te kijken of het aanslaat. De raad van de volgende raadsperiode kan dan besluiten of men hiermee verder wil gaan.

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1985 | | pagina 66