-11- De voorzitter zegt dat het inderdaad zo is dat er helemaal niet over een bepaalde centrale is gesproken. Er zijn alleen mogelijkheden opengelaten, opdat men als gemeente de mogelijkheid heeft om het bestemmingsplan vast te stellen binnen het streekplan. Als het aan de orde is kan men als gemeente aangeven wat men wel of niet wil. Als dit plan de rijksoverheid niet behaagt zijn er andere mogelijk heden om in te grijpen. Men kan natuurlijk zeggen dat men in het streekplan bepaalde dingen uit wil sluiten. Dit wordt dan met een amendement aangegeven. De heer Koevoets zegt dat zijn fractie in feite ook een soort amendement voorstelt. Het college stelt voor om accoord te gaan met de voorgestelde wijziging, maar zijn fractie zegt dat men juist op planologische gronden niet met de wijziging accoord kan gaan. Dit omdat de planologische basis ontbreekt voor hoofdstuk 6.9. De voorzitter zegt dat hij dit alles eensrustig moet bekijken. Niettemin is er een amendement naar voren gebracht. Door de heer Koevoets is naar voren gebracht om kolengestookte" in 6.9 te laten staan, omdat de provincie het niet in hoofd stuk 3.4.3. heeft geregeld. Het college zou dan vanuit zijn visie zeggen dat men hoofdstuk 3.4.3. aan moet passen zodat het in overeenstemming is met 6.9. De raad geeft de tip dat hoofdstuk 3.4.3. gewijzigd moet worden om het streekplan zodanig aan te kunnen passen dat er ruimere mogelijkheden in het streekplan zijn. Dit is volgens hem de intentie die de raad nu uitspreekt. De heer Koevoets zegt dat hij dit prima vindt. Het duurt dan maanden voordat men zo ver is. Dit werkt allemaal vertragend. De voorzitter zegt dat de opmerkingen van het college ook vertragend werken. De heer Koevoets zegt dat het college voorstelt aan de raad om met de wijziging van het slot van hoofdstuk 6 accoord te gaan.Hij zegt dat juist op planologische gronden men als raad bezwaar moet maken tegen deze voorgestelde wijziging. De voorzitter zegt dat er in hoofdstuk 3.4.3. staat dat het in elk geval ook geschikt is voor kolencentrales. Het college zegt danook dat de genoemde hoofdstukken met met elkaar in tegenspraak zijn. In hoofdstuk 6.9 wordt de term "kolengestookte" geschrapt, zodat men niet expliciet een kolengestookte kerncentrale bedoelt. In 3.4 3. staat alleen dat het mogelijk is, gezien de situering om een kolengestookte centrale te plaatsen op Moerdijk. Hij zegt dat het college bij zijn voorstel blijft. Het verhaal van de heer Koevoets is hierbij ontzenuwd. Het verhaal van de heer de Vos valt echter niet te ontzenuwen. De heer Koevoets vindt niet dat de voorzitter zijn verhaal heeft onzenuwd. In het voorstel van het college staat: Een bezwaar tegen de wijziging zal ingegeven moeten worden door een bezwaar van planologische aard. Naar onze mening zijn die in dit verband niet aanwezig". Hij zegt dat de grond voor hoofdstuk 6 en alle andere hoofdstukken die later genoemd worden een planologische grond is. De planologische plaats om een kerncentrale te bouwen is het bedrijventerrein Moerdijk. De planologische juistheid van de kolengestookte centrale wordt in paragraaf 3.4.3. zeer duidelijk aangegeven. Alleen bij kolengestookte centrales wordt gesproken over aanvoer van de kolen. Over een ol iegestookte centrale wordt niets aangegeven. Ook over een gasgestookte centrale wordt niets aangegeven. Over een kerncentrale wordt helemaal niets gezegd. Planologisch is het natuurlijk juist dat een kerncentrale op Moerdijk niet zou kunnen, gezien de bevolkingsconcentra- ïe rond Moerdijk. Ook vindt hij het planologisch juist om hoofdstuk 6 niet te wijzigen omdat de basis hiervan ook niet gewijzigd wordt. Hij stelt voor om ais raad bezwaar te maken tegen de voorgestelde wijziging, "kolengestookte" dient te blijven staan, omdat Moerdijk planologisch de juiste plaats is voor een kolen gestookte centrale. De heer de Vos zegt dat het inderdaad misschien wel juist is dat er ook in de oude tekst van het Streekplan een mogelijkheid was of is om een kolengestookte centrale op Moerdijk te plaatsen. Dit door de woordjes "ondermeer" en "ook". Hiermee wordt echter niet uitgesloten dat er niet een andere centrale zou kunnen komen. In hoofdstuk 3.4.3 wordt verder uitgewerkt dat het wenselijk zou zijn dat er een kolengestookte centrale zou komen. Het gaat er nu echter volgens hem om dat er binnen het streekplan de mogelijkheid open blijft dat er op Moerdijk,

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1985 | | pagina 43