-8-
Hij zegt dat dit in wezen wel waar kan zijn maar dat het F.N.V. in haar brief ook
niet vraagt om gesprekspartner te zijn. Het F.N.V. signaleertenkelmaareoi aantal zaken
waarvoor men de aandacht van college en raad vraagt. Hij vindt dat men hier
als raad op een zakelijke wijze in kan gaan. In een gedeelte vein de brief
is dit ook het geval. De toon wordt volgens hem echter gezet door de laatste
zin. Zijn fractie wil dan ook voorstellen om deze laatste zin te schrappen.
Ook in de andere brief wenst zijn fractie om de twee laatste zinnen te schrappen.
De voorzitter zegt dat hij in ieder geval wil bestrijden dat het om brieven
gaat die katterig zijn.
Duidelijk moet zijn dat het college vindt, dat men over een bepaald onderwerp
met een behoorlijk redelijke gesprekspartner te maken moet hebben. Een ter
zake doende vereniging of organisatie is bijvoorbeeld een goede gesprekspartner.
Als men echter met instanties te maken heeft, die willen praten over zaken,
die totaal buiten het doel van de instantie vallen vindt het college dat
men geen gesprekspartner is. Niettemin heeft iedereen het recht om met zaken
te komen. Van het college krijgt men dan antwoord. Wat betreft punt s wil
hij zeggen dat men tracht om alles in zo goed mogelijke banen te leiden.
Het college staat op het standpunt dat de huurdersvereniging belangen van
de huurders kan behartigen. Wel wil het college echter weten welke huurders zich
door deze vereniging laten vertegenwoordigen. Dit kan op twee manieren:
De huurdersvereniging kan een mandaat tot wederopzegging hebben van de huurders
of per geval. Het college kan echter niet over zaken die alle huurders aangaan
spreken met de huurdersvereniging, waarvan lang niet alle huurders lid zijn.
Men zou dan pas goed in conflict komen. Dit is wat het college duidelijke wil
maken aan de huurdersvereniging. Het college wil dus op geen enkele manier de
huurders buiten spel zetten, mits de huurdersvereniging zich aan de spelregels
houdt. Dit is de intentie van de zaak. Hij meent dat het college daarmee juist
handelt. Het is dus niet zo dat het college katterig antwoordt, maar dat het
als niet prettig wordt ervaren om haast iedere dag van de een of andere vereniging,
met dezelfde secretaris, een brief te ontvangen. Dit inspireert de ambtenaren
niet tot een sqelle behandeling. Men kan maar één ding tegelijk doen.
De heer Koevoets zegt dat het gebruikelijk is, als iemand geen gesprekspartner
is men de brief voor kennisgeving aanneemt. De antwoord-briefdie nu in de
raadsportefeuille ligt, heeft weer een onderliggende gedachte namelijk;
Als men antwoordt, houdt men misschien wel op met brieven schrijven".
De heer van der Werf zegt ten aanzien van punt s, dat het misschien verstandig
is als het college een gesprek heeft met de huurdersvereniging. Deze vereniging
,zou dan precies op bepaalde punten gewezen moeten worden, met name over hoe de
zaken ervoor staan.
Hij denkt dat als men dit doet, men een heel eind op dreef is.
De heer Koevoets gaat in op punt t, een brief van het Nederlands Verbond van
Huurders te Emmen betreffende schadeclaims.
Hij zegt dat het antwoord hierop, wat zijn fractie betreft, onbevredigend is.
Volgens zijn fractie staan er onjuistheden in. Er zijn echter wel degelijk afwijkingen
wat betreft de afmetingen van de dagmaat van de kozijnen en de glasmaat. Hij
denkt dat als men dingen zegt die onjuist zijn, men als raad op een hellend vlak
is. Zijn fractie vindt dat deze opmerking uit de brief moet worden geschrapt.
Als het college bereid is om deze opmerking eruit te halen, kan zijn fractie
met de rest accoord gaan.
Wethouder Fakkers vraagt of de heer Koevoets precies wil aangeven welke zinsnede
hij niet in de brief zou willen zien.
De heer Koevoets zegt dat het de zinsnede is: In tegenstelling tot hetgeen
U beweert, zijn er geen kozijnen van andere afmetingen geplaatst, noch is er
een gewijzigde constructie toegepast".
De heer de Witte zegt dat er verderop in de brief staat dat de kozijnen aan
de binnenkant 4 centimeter kleiner zijn geworden. Hij denkt dat men dan deze
zin er ook uit moet halen.
De heer Nachtzaam denkt dat men weer langs elkaar heen praat. Aan de buitenzijde
zijn de kozijnen niet veranderd, maar aan de binnenzijde wel.