hierover geen antwoord heeft gekregen,om een regeling te treffen.
De heer Koevoets zegt dat zijn fractie de brieven heeft bekeken die vorige
keer niet bij de stukken ter inzage lagen. Zijn fractie ziet
echter geen aanleiding om op enigerlei wijze tegemoet te komen aan de familie
Korst.
Het is natuurlijk ieder zijn goed recht om recht te verkrijgen. Dat iemand
daarvoor kosten moet maken is logisch. Als deze persoon een proces verliest
en dus de kosten van procesvoering moet betalen, kan hij de gemeente niet aan
sprakelijk stellen, omdat deze in het verleden een onrechtmatige daad zou hebben
gepleegd, door een bouwvergunning te verlenen waar jaren later problemen over
komen.
Hij denkt niet dat het verstandig zou zijn om als raad in deze zaak te handelen.
Hetgeen het C.D.A. de vorige keer wilde, wordt niet gesteund door de PLF.
De voorzitter zegt dat hij kort kan zijn over het antwoord namens het college.
Het feit dat het college vorige keer geen antwoord op deze vragen heeft gegeven,
komt omdat het college het stuk terug heeft genomen omdat het niet volledig
was. Nu ligt het wel volledig bij de ingekomen stukken. Hetgeen het college
nu voorstelt stemt overeen met het standpunt dat de raad heeft ingenomen. Een
paar maanden geleden is er een brief uitgegaan, waarin uitvoerig een standpunt
is ingenomen. Op deze brief heeft men van het CNV een antwoord gekregen.
Het college ziet eigenlijk helemaal niet, dat er nu een nieuw feit aan de orde
is. Er wordt in die brief weer teruggekomen op de vroegere onrechtmatige daad,
waarop door de raad uitvoerig antwoord gegeven was. De zaak is misschien
wat moeizaam verlopen, maar het college ziet echter geen aanleiding om weer
met het CNV een gesprek aan te gaan. De raad heeft uiteindelijk een laatste
standpunt ingenomen. Wanneer er dus gevraagd wordt om iets voor die mensen
te doen, zal de raad een uitspraak moeten doen en tegen het college moeten
zeggen om geld beschikbaar te stellen. Op een andere manier is er voor het college
geen aanleiding om er nog iets aan te doen.
De heer Kannekens zegt dat hij heel goed begrijpt, wat de voorzitter zojuist
heeft gezegd. Hij zegt echter dat de raad geen uitspraak heeft gedaan, dit
omdat de raad nooit op de hoogte is gebracht van de zaak.
De voorzitter zegt dat de raad een paar maanden geleden zich heeft geconformeerd
heeft aan een antwoord, dat vanuit het college is voorbereid. Dit antwoord
is dus een raadsantwoord geworden.
De heer Kannekens zegt dat de brief waar het toen om ging en waar het nu ook
om gaat, nooit ter kennis is gebracht van de raadsleden.
De heer Koevoets zegt bij interruptie dat er niets bijzonders in de bedoelde
brief staat.
De heer Kannekens zegt echter dat hij misschien wel iets bijzonders in de
brief vindt staan. Hij vraagt waarom er bij de behandeling van deze zaak, uit
deze brief van 29 november 1984, nooit iets naar voren is gebracht. Hij suggereert
dat dit misschien het geval is osradat toentertijd de wethouder partij was.
In deze brief wordt geschreven over een voorval in 1973. Hierin staat dat er
misschien vermeende rechten zijn van de gebr. Korst.
Er staan nog meerdere dingen in, waarvan hij vindt dat deze op de waarheid getoetst
zouden moeten worden.
De voorzitter zegt dat als de gebr. Korst vinden dat zij onjuist zijn behandeld,
zij een procedure aan moeten spannen.
De heer Kannekens zegt dat er een procedure aangespannen is. Hij zegt echter
dat er nooit recht is gesproken in dit geval, omdat de wethouder toentertijd
partij was.
Hij zegt dat hij in ditgeval partij is, maar dat hij niet met boter op zijn hoofd
loopt. Dit is iets dat niet iedereen in de zaal kan zeggen.
Het gaat volgens hem er hier gewoon om, dat er iemand met boter op zijn hoofd
loopt. Dit geeft het college toe, omdat men zegt dat er een onrechtmatige daad
is gepleegd. Toch gaat de gemeente hierin vrijuit. De gemeente is volgens hem
nooit nagekomen, wat er destijds toegezegd is. Men had toegezegd dat er een
-4—