-13-
De voorzitter antwoordt dat dit mogelijk is tot de hoogte dat het apparaat
daartoe in staat is. De kosten van het verplaatsen zijn natuurlijk wel duidelijk,
maar over de vergoeding die men al dan niet krijgt, blijkt nog onduidelijkheid
te bestaan. Als men een school leeg laat staan krijgt men wel vergoeding
en wil men een lokaal verplaatsen naar een school die geen recht heeft op
die vergoeding krijgt men niets meer voor het lokaal. Hierdoor komt men in
een hele rare situatie terecht. Hier komt nog bij dat het probleem zich
helaas vanzelf wel oplost.
De heer Koevoets vraagt of hij antwoord kan krijgen op zijn vraag over bevoegd
gezag.
De voorzitter antwoordt dat de raad deze zaak zeker tijdig krijgt voorgelegd.
De heer Koevoets zegt dat er in vele artikelen "bevoegd gezag" genoemd
wordt. Hij vindt dat er een overzicht moet komen bij welke artikelen het
college of de raad het bevoegd gezag is.
De voorzitter zegt dat hij dit overzicht heeft toegezegd.
De raad besluit zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van
burgemeester en wethouders met het huisvestingsoverzicht in te stemmen.
De voorzitter stelt nu de brief van de Julianaschool aan de orde.
Hij zegt dat deze brief niets anders inhoudt dan dat het college van mening
is-na informatie te hebben ingewonnen- dat wanneer men op basis van artikel
E42 medewerking wil hebben, de procedure opnieuw gestart moet worden. Temeer
omdat het dan over geheel andere zaken gaat. Het gaat dan zuiver over de
integratieTVoorzieningen en dit zijn andere voorzieningen, dan de voorzieningen
die nu door de school gevraagd worden. Bij de vorige procedure- een artikel
72/artikel 50 procedure-ging het er over om efficiënter in de school te kunnen
werken. Dit was zeker nodig gezien de terugloop van het aantal leerlingen
en de steeds hogere kosten. Dit is echter een totaal andere situatie,dan wanneer
men in het kader van een E 42 wil werken. Het college stelt voor om er nog
eens met klem op te wijzen dat de gemeente niet de verantwoording kan dragen,
wanneer de Julianaschool denkt dat een procedure voortgezet kan worden.
De heer Koevoets zegt dat er indertijd een aanvrage is ingediend, namelijk
in de zin van artikel 50 Kleuteronderwijswet en artikel 72 Lager Onderwijs
wet 1920. Hieraan heeft de raad medewerking verleend. Hij vraagt nu hoelang
zo'n medewerkingsbesluit van kracht blijft als er niet begonnen wordt met
de werkzaamheden.
Hij zegt dat als hij het college goed begrijpt dat de school iets heel anders
wil gaan doen, als hetgeen ze destijds gevraagd heeft. De Julianaschool wil
graag dat men de besluiten omzet in een artikel E42-besluit. Het college
legt aan de raad voor dat dit juridisch niet mogelijk is. Hij heeft echter
een briefje voor hem liggen van het Centraal Bureau voor Bijzonder Onderwijs,
waarin iets heel anders staat. Hij citeert: Echter medewerkingsbesluiten
van de gemeenteraden en rijksgoedkeuringen uitsluitend gebaseerd op de artikel
50 en 72 resp. de Wet Beheersing Huisvesting voorzieningen KO/LO, komen per
1 augustus te vervallen indien daaraan op die datum nog geen uitvoering is
gegeven. Om dit te voorkomen dient een verzoek om medewerking aan de gemeente
raad ook of uitsluitend gebaseerd te zijn op artikel E42 Overgangswet Basis
onderwijs, zodat het besluit per 1 augustus 1985 niet komt te vervallen.
De reeds genomen medewerkingsbesluiten kunnen middels een verzoek aan de
gemeenteraad nog in die zin gewijzigd worden, dat deze mede gebaseerd zijn
op artikel E 42 Overgangswet Basisonderwijs".
Hij zegt dat wat hij net geciteerd heeft inhoudt, dat het juridisch wel mogelijk
is om een medewerkingsbesluit te wijzigen. Hij betwijfelt wel of het ten
gunste is van het schoolbestuu
De voorzitter vraagt wa dan de praktijk is. In de praktijk kan men zeggen
dat men medewerking geeft. Het is tenslotte geen punt om een medewerkingsbesluit
in te ruilen voor een andere. Dit houdt echter niet in dat de procedure
bij de Minister daarmee niet opnieuw moet worden gestart.