-11-
De fracties üan de"P.v.d.A en PLF hébben verschillende moties bekeken. Men heeft
er niet eens de zwaarste motie uitgekozen. Men dacht dat de motie die nu wordt
aangeboden voor een redelijke meerderheid van de raad een aanleiding zou zijn
om nu ook een signaal te geven. Men moet de motie echter niet zien als meer dan
een signaal.
De uiteindelijkeuitspraak krijgt men bij de PKB-beslissing en landelijk wordt
er beslist.
De voorzitter wil de motie in stemming brengen.
De raad besluit de motie met 5 stemmen vóór en 4 stemmen tegen te aanvaarden.
Vóór stemmen de heren de Witte, de Vos, Koevoets, Nachtzaam en Bos.
Tegen stemmen de heren Xannekens, van der Werf, van Dis en Fakkers.
Mevrouw Verhagen en de heren Mastenbroek en Evers verlaten de zaal en onthouden
zich van stem.
5. Voorstel tot vaststelling van het Huisvestingsoverzicht als bedoeld in artikel
E38 Overgangswet Wet Basis-onderwijs. Volgnr. 85-III-8
De voorzitter zegt dat men misschien wel zal zeggen dat de brief van de Vereniging
voor Protestants Christelijk Basisonderwijs te Fijnaart vlug afgehandeld wordt.
Het college heeft echter gemeend dat deze brief er ook nog bij moest omdat anders
het Protestants-Christelijk Basisonderwijs in moeilijkheden zou komen.
De heer de Vos zegt dat zijn fractie zich gestoord heeft aan de alinea boven aan
bladzijde 3 van het voorstel. Hierin staat "Omdat de verwachting bestaat dat het
leerlingenaantal binnen enkele jaren een verdere daling zal ondergaan stellen
wij U voor om ten behoeve van deze basisschool de dislocatie in de Mavoschool
te handhaven en niet over te gaan tot het treffen van een permanente voorziening."
Hij vraagt waarop het college de stelling baseert dat het leerlingenaantal binnen
een aantal jaren een daling zal ondergaan. Ook vraag; hij waarom deze stelling
enkel wordt gehanteerd voor de Openbare Lagere School en niet van alle andere
scholen in deze gemeente.
Hij vraagt of het college van mening is of deze daling zo groot zal zijn dat het
lokaal in de Mavo binnen afzienbare tijd overbodig wordt.
Zijn fractie is van mening dat ook de Openbare Lagere School op een normale
wijze gehuisvest kan worden. Hiertoe is in de Algemene beschouwingen voor 1985
door zijn fractie de suggestie gedaan om één van de vrijkomende lokalen van de
school in Heijningen te verplaatsen. Tot op heden echter heeft zijn fractie nog
steeds van het college geen verklaring zwart op wit, dat dit om de een of andere
reden niet mogelijk zou zijn. Hij zegt dat de gemeente de afgelopen tijd forse
bedragen heeft uitgetrokken voor met name de scholen in Zwingelspaan en in
Heijningen, waarmee zijn fractie van harte heeft ingestemd. Hij zegt dat nu
blijkt dat de zuinigheid ten opzichte van de Openbare Lagere School toch groter
is dan bij andere scholen in Fijnaart. Zijn fractie wil dan ook voorstellen om
alsnog serieus te bekijken of de huisvesting van de Openbare Lagere School
niet op een meer bevredigende wijze kan plaatsvinden.
De heer Koevoets merkt op dat op het Huisvestingsoverzicht, dat bij het voorstel
gevoegd is,staat dat dit overzicht vastgesteld wordt op 31 januari 1985. Hij neemt
aan dat dit veranderd moet worden in 28 februari 1985.
De voorzitter zegt dat dit komt omdat het voorstel eigenlijk eerst in de raads
vergaderingvan 31 januari zou worden behandeld. De datum zal worden veranderd.
De heer Koevoets vraagt of de brief van de gemeente aan de Julianaschool ook al
bespreekbaar is bij dit voorstel.
De voorzitter antwoordt dat het zo is dat als de raad accoord gaat met het huis
vestingsoverzicht men niet accoord hoeft te zijn met de antwoordbrief.
Dit antwoord zou ook wel apart besproken kunnen worden.
De heer Koevoets zegt dat in het huisvestingsoverzicht een term "bevoegd gezag"
staat. Dit bevoegde gezag is in wezen het college voor de openbare scholen en
het schoolbestuur voor de bijzondere scholen