-10-
Motie
De voorzitter stelt vervolgens de motie van de heer de Vos aari de orde, onder
steund door de P.L.F.- fractie en de heer de Witte.
Verder vraagt hij of iemand nog iets in het midden wil brengen alvorens men
tot stemming overgaat.
Mevrouw Verhagen zegt dat haar fractie graag een stemverklaring wil afleggen.
Haar fractie kan het niet goed begrijpen dat de P.v.d.A. o.a. het CDA heeft
gevraagd,om voor 15 april een uitspraak over deze zaak te doen. Naar de mening
van haar fractie doorkruist de motie deze plannen. Het is ook naar dc mening
van de meeste leden van haar fractie dat het niet hun verantwoording is, om
te beslissen of er wel of niet en waar kerncentrales geplaatst moeten worden.
Ze zegt dat als haar fractie nu een uitspraak doet over deze zaak, haar fractie
vooruitloopt op een uitspraak van haar landelijke vertegenwoordigers.
Om deze redenen wensen diverse fractieleden van het C.D.A. zich van stemming
te onthouden. De enige mogelijkheid om dit duidelijk te maken is door de zaal
te verlaten. Ze vraagt dan ook toestemming voor degenen die dat willen doen,
om vlak voor de stemming de zaal te mogen verlaten.
De voorzitter zegt dat dit een zeer ongebruikelijke wijze is, maar dat hij
moeilijk kan weigeren.
De heer Koevoets zegt dat zijn fractie zich ook afgevraagd heeft of de brief
van de P.v.d.A. nu niet mee ging spelen. Daar wordt duidelijk in gevraagd of
de gemeenteraad bij een toekomsige PKB-beslissing deze beslissing wil nemen.
Dit ligt echter anders dan met de motie.
Deze motie moet meer gezien worden als een signaal en niet als een voorloper
op een P.K.B.-beslissing.
De heer de Vos zegt dat hij de heer Koevoets wil bedanken voor het beantwoorden
van vragen die aan het P.v.d.A gericht zijn en dat hij volkomen met deze
beantwoording kan instemmen.
De voorzitter zegt dat het hem niet bekend is dat men gezamenlijk tot een
standpunt zou willen komen ten aanzien van een toekomstige PKB-beslissing.
Als men dit zou willen, dan zou het volgens hem zinvoller zijn om gezamenlijk
tot een standpunt te komen, dan om elkaar tot een uitspraak te drijven. Dit
neemt echter niet weg dat er een motie ligt. Men kan het daar mee eens zijn
of niet. Er zijn kennelijk mensen die er tegelijkertijd wel en niet mee eens
willen zijn. Dit betekent echter wel dat de raadsleden die wel aanwezig zijn
en het er wel mee eens zijn met algemene stemmen een motie doen aannemen, wanneer
er geen tegenstemmers zijn
Wethoudervan Dis zeo-z dat hij hierbij ook een stemverklaring wil afleggen.
In zijn fractie is het gebruikelijk dat men zaken die de landelijke overheid i
aangaan, zoveel mogelijk buiten de raadzaal moet houden. Op grond van deze
overweging zal hij tegen stemmen.
Wethouder Fakkers zegt dat ook hij tegen deze motie zal stemmen, omdat in
deze motie wordt gesuggereerd dat het gaat over de motie en de uitspraak van
de gemeente Terheijden van 17 december 1984. In de motie van Terheijden kan
hij zich echter wel vinden. De motie, die nu wordt aangeboden, gaat hem te
ver en hij denkt dat deze motie dan ook te vroeg komt om iets te bewerkstelligen.
De heer van der Werf zegt dat hij zich neerlegt bij de uitspraken van de laatste
twee sprekers.
De heer Koevoets zegt over de PKB-beslissingdie men nog moet gaan nemen,
dat men voor een voldongen feit staat. Door de Tweede Kamer der Staten Generaal
wordt een regeringsbesluit goedgekeurd en dan komen er kerncentrales. Als het
dan ook nog zo is dat er een kerncentrale op Moerdijk komt dan komt men met het
verhaal dat men in principe; niet tegen kerncentrales is, maar wel als er een
in de achtertuin komt, bij wiizc van spreken. Dit vindt hij echter flauwekul.
Ten tweede merkt hij op dat men zegt dat het op landelijk niveau moet worden
geregeld. Hij weet echter dat er op regionaal en zeer zeker provinciaal niveau
grote voorvechters zijn die het plaatsen van een kerncentrale toejuichen en
dan vooral op Moerdijk, Hij vindt het dan ook juist van de CDA-fract.ie van
Willemstad om hiertegen in het geweer te komen als buurgemeente van de gemeente
.1 undert.