-9-
Het hele complex van de vorming van de regionale woningbouwvereniging en de
voorwaarden die de raad wenst te stellen bij de vorming^ienen daarna te worden
bezien. Overleg met bewonersorganisaties dient dan tevens plaats te vinden.
Hij denkt dat het verstandiger zal zijn om de vragen te stellen in commissies,
die daar voor bestemd zijn.
Zijn fractie is blij dat men een nieuwe regionale woningbouwcorporatie krijgt.
De vereniging die in Fijnaart bestond functioneerde niet altijd even best.
Hij vraagt echter of de aannemers die ingeschakeld werden door de plaatselijke
woningbouwvereniging ook ingeschakeld worden nu er een regionale woningbouw
vereniging is.
De voorzitter antwoordt dat de toewijzing per gemeente geregeld wordt.
De heer Koevoets bedoelt echter met zijn vraag wanneer in de verschillende
gemeenten woningen worden gebouwd, of deze woningen dan allemaal door een en
dezelfde aannemer worden gebouwd. Dit zou dan erg nadelig voor de kleinere
aannemers uit Fijnaart zijn.
De voorzitter merkt op dat men thans bij fase 2 is. Dit betekent dat een aantal
zaken, die door de raadsleden aan de orde zijn gesteld, nog in de volgende
fase aan de orde komen. Bij dat punt krijgt men te maken met de uitwerking
en het punt dat er overleg gevoerd moet worden. Het gaat er nu om op één lijn
te komen en de corporatie tot stand te laten komen.
Wat betreft de vestiging van de woningbouwcorporatie zegt hij dat het niet
zo absoluut in het rapport staat, maar dat het zo is dat men vond, dat het
de zaak niet mag tegenhouden. Temeer niet omdat er toch regelmatig in elke
gemeente spreekuur is.
De zaak betreffende het personeel moet echter nog verder worden uitgewerkt.
Hij kan echter wel zeggen dat er met de mensen, die daarvoor in aanmerking
komen uitvoering overleg is geweest. Er is volledige overeenstemming tot
stand gekomen. Wanneer blijkt dat een kracht het niet meer zo ziet zitten,
dan is er altijd een mogelijkheid om een andere kracht in te zetten. Hij zegt
dat er echter op het ogenblik geen enkele indicatie is, dat de zaak niet rond
zou kunnen komen. Het opvangen van werkzaamheden in eigen dienst is volgens
hem zeker wel mogelijk. Wat betreft de administratie zal er wat meer lucht
komen. Dit heeft echter wel wat financiële nadelen.
De raad zal erover moeten beslissen hoe dat opgelost wordt. Eventueel met interne
verschuivingen of een natuurlijk verloop. Het is echter niet zo dat de gemeente
voor grote problemen komt te staan.
Hij zegt dat dergelijk zaken via commissies wel aan de orde zullen komen.
Wat betreft afkoopsommen en renovatie enzovoort gaat het allemaal heel eenvoudig.
Op een bepaalde datum gaat alles over,het woningbedrijf met al zijn lusten
en lasten. Het is al gebleken dat de zaak niet ontzetten onevenwichtig is.
Dit wordt echterallemaal in de derde fase verder uitgewerkt.
Hij denkt dat een aantal zaken zeker nog in de commissies besproken moet
worden. Men moet nu echter wel voort want men heeft niet voor niets een des
kundige, de heer Stoekenbroekingeschakeld om het tot stand komen van de cor
poratie te begeleiden. Hij zegt dat hij de zaak wat globaal beantwoord heeft,
omdat hij het ook nog niet in finesses kan.
De heer Bos zegt dat de voorzitter het personeelsgebeuren wel juist heeft ver
haald. Hij dacht echter dat het zo was dat de wat oudere mensen in dienst
konden blijven in verband met de opbouw van het pensioenrechten,zodat ze
uitgeleend worden.
De voorzitter zegt dat dit klopt, maar dat hij dit niet genoemd heeft omdat
dit voor Fijnaart niet zal spelen. Er zijn mensen die inderdaad worden gede
tacheerd.
De heer van der Werf zegt dat een hoorzitting met de huurders en de heer
Stoekenbroek een heel goed idee is.
De voorzitter zegt dat het logisch is dat de inbreng van de huurder, van belang
zal zijn bij het tot stand komen van de corporatie. Dit echter wel op een zinvolle
manier zonder dat de procedure ernstig vertraagd wordt.
De raad besluit zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van
burgemeester en wethouders.