-o- Hij zegt dat het zo is, zoals de heer Mastenbroek gezegd heeft, namelijk dat men het hinderwetgebeuren als zodanig moet scheiden van het verkeersprobleem. Wat betreft de vraag van de heer de Witte of men iets moet geboden of verboden kan regelen met behulp van asdrukken enz. deelt hij mede dat er een zeer recente Kroon- uitspraak is waar een gemeente dit geprobeerd heeft. Deze gemeente heeft nul op het rekest gekregen. Dit doordat het bedrijf hierdoor dan in zijn bedrijfs voering wordt belemmerd. Hij zegt dat het op zichzelf terecht is,om het aan de orde te stellen,maar uitvoering hieraan geven is echter niet zo eenvoudig. Temeer niet daar in het verleden in de gemeente gekozen is om niet tot een rigoureuze oplossing van de verkeerssituatie te komen. De heer Bos zegt dat hij accoord gaat met de brief als zodanig. Hij merkt op dat er nu gesproken wordt over het zware verkeer. Er wordt echter vergeten dat er naar en vanaf Delta-Parel ook zwaar verkeer gaat. Hij heeft in het verleden weieens in een raadsvergadering gevraagd of het college via de VIOF wilde proberen een gebod of verbod te verkrijgen, zodat de zware wagens met aanhang via Oudemolen over de Parallelweg naar Delta-Parel zouden gaan. Dit kon toen echter niet omwille van de bedrijfsvoering en het bestemmingsplan. Hetzelfde heeft men geprobeerd met het zware verkeer langs de Kerkring vanuit en naar de ZNS. Dit probleem is echter opgelost. Verder kan mer er echter niets aan doen. De heer de Witte zegt dat de zinsnede die al eerder genoemd is, niet van wezenlijk belang is voor de bewoners. Belangrijker is dat er hinder wordt ervaren. Dat men Hinderwet en hinder van elkaar moet scheiden vindt hij terecht. Echter aan een Hinder wet met bepalingen erin en aan het ervaren van hinder, ook al is deze hinder niet in de Hinderwet geregeld, moet toch aandacht worden besteed. De voorzitter antwoordt dat hij niet gezegd heeft dat er geen aandacht aan besteed zal worden. De heer de Witte zegt dat dat inderdaad zo is. Verder zegt hij dat de voorzitter een uitspraak heeft gedaan dat andere gemeenten geprobeerd hebben dit te veranderen, maar nul op het rekest kregen, doordat er belemmering van de bedrijfs-voering zou komen. Hij merkt op dat hij niet gezegd heeft dat de bedrijfsvoering belemmerd zou moeten worden, maar wel dat men zou moeten bekijken of er andere uitrijmogelijkheden zijn, zoals de heer Mastenbroek ook opgemerkt heeft. Met hetgeen de heer Bos heeft gezegd, dat men op een bredere basis moet kijken, dus niet alleen naar het bedrijf van de heer Nieuwkerk maar ook naar E>elta-Parelis hij het eens. De heer Koevoets merkt op dat de voorzitter sprak over het niet willen nemen van rigoureuze maatregelen in het verleden voor de verkeersituatie in het dorp. Hij denkt echter dat het niet iets te maken heeft met de verkeerssituatie in het gebied waar men het nu over heeft. Het beste zou zijn dat het hele bedrijf niet op die plaats gevestigd zou zijn.In het verleden heeft men het er wel eens over gehad om het gehele bedrijf op te kopen er er huizen te plaatsen. Er is echter een bestemmingsplan dat vestiging van het bedrijf toegestaan heeft en daar valt niets aan te veranderen. Verder kan hij zich aansluiten bij de vorige sprekers De verkeerssituatie op zich kan men niet door middel van een Hinderwet regelen. Of de mensen moeten zelf de verkeerssituatie gaan regelen door hun auto's zo ongelukkig weg te zetten dat er geen vrachtauto meer langs kan. Of er moeten onge lukken gebeuren zodat de gemeente toch moet gaan ingrijpen met verkeersmaatregelen. Wat dit betreft wenst hij het college veel wijsheid toe. De ontwerp-brief die ter inzage ligt in de raadsportefeuille is,een antwoord van de raad van de gemeente Fijnaart en Heijningen. Daarin staat twee-beweringen, namelijk dat er geen bedrijfsintensivering en geen vergrote verkeersactiviteit komen. Hij wil deze beweringen liever niet zwart op wit zien. De voorzitter vraagt of de heer Koevoets hier een amendement van wil maken. En amendement waarin men voorstelt om de volgende zinssnede er uit te halen: De activiteiten van hec bedrijf zijn seizoengebonden. In de drukste periode is het aantal verkeersbewegingen maximaal 10 tot 15 per dag, terwijl het gemiddelde ligt op 9 r verkeersbewegingenTen opzichte van de bestaande vergunning vindt geen intensivering van het verkeer plaats".

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1985 | | pagina 18