"Mijnheer de Voorzitter. Momenteel hebben wij de begroting 198Ó voor ons liggen, waarin de gevolgen van de ombuigingen van de landelijke overheid tot uitdrukking gaan komen. Daar de landelijke overheid blijft doorgaan met bezuinigingen ten opzicht van de lagere overheden, zet zij o.a. de gemeenten, als laatste schakel naar de burgerij, voor het blok. Waarom dat blok van "Noodzakelijke Belastingverhogingen". De landelijke overheid heeft de laatste jaren-struktureel aan onze gemeente een bezuiningingspakket voorgelegd van f. 359'000,--. Tot op heden hebben wij dat redelijk kunnen opvangen. De stofkam is meerdere jaren door de begroting gehaald en de rek is er nu finaal uit, immers een aantal investeringen kunnen niet langer vooruit worden geschoven. Mede door het feit, dat de landelijke overheid geen, of zo min mogelijk lastenverzwaring wil opleggen aan haar burgers, maar toch de korting op de uitkering van het gemeentefonds blijft handhaven, zijn de gemeenten gedwongen haar lasten ten opzichte van haar burgers te verhogen. Het is voor de gemeenten, als laatste schakel, namelijk niet meer mogelijk nog ergens hun uitgaven te beperken. Op deze manier speelt de landelijke overheid de gemeenten duidelijk de "Zwarte Piet" in handen. Nu wij dus op deze wijze voor "het blok" worden geplaatst, zullen wij een dergelijke begroting, zoals thans voor ons ligt, moeten slikken, hetgeen voor onze fraktie toch wel met pijn en moeite gaat. Accepteren wij dit niet, dan zou ons voorzieningenniveau aangetast moeten worden en dat is niet onze bedoeling. V/oor de jaarlijks terugkerende 5% belastingverhoging, zoals door u voorgesteld in de meerjarenplanning, kunnen en willen wij ons op dit moment niet bij voorbaat voor 4 jaar vastleggen. Het is ook niet onze bedoeling hiervoor uitgaven te schrappen, maar indien de ontvangsten in gunstige zin zouden wijzigen, door bijvoorbeeld meer verkoop dan de noodzakelijke 1 ha industrie terrein per jaar, willen wij ons het recht voorbehouden, dan te bepalen of wij in eerste instantie de lasten voor de burger gaan verlichten en in tweede instantie pas de overige investeringen te plegen.

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1985 | | pagina 172