-4 De voorzitter antwoordt dat daar zo'n strijd over geweest is in de raad,over de dynamische kostprijssituatie. Het wordt dus steeds meer. Dit is het probleem waar men jarenlang over van gedachten heeft gewisseld. De heer Bos merkt op dat de voorzitter het wel duidelijk moet zeggen. Een lening loopt volgens hem 20 jaar. Als deze twintig jaar om zijn moet men een lening afsluiten voor het dubbele. Na twintig jaar loopt het quitte. De raad besluit zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders. 6Voorstel tot vaststelling krediet in rekening-courant voor 1986 met de N.V. Bank voor Nederlandsche Gemeenten. Volgnr. 85- XIII-134. De raad besluit zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders. 7. Voorstel tot het nemen van een delegatiebesluit tot het aangaan van vaste geld leningen. Volgnr. 85-XIII-150 Mevrouw Verhagen vraagt hoe het college aan het bedrag van exact 3.500.000, komt. Is hier een liquiditeitsbegroting voor gemaakt Als dit zo is vraagt zij ook waarom deze liquiditeitsbegroting niet bij de stukken I-óg. De voorzitter antwoordt dat er een liquiditeitsbegroting is, maar deze was op het moment dat de stukken ter inzage lagen nog niet voorradig. Dit komt omdat dit allemaal op het laatst is gaan spelen. De leningen moesten mee overgedragen worden. In het college heeft men toen gezegd dat men het in de raad gaat aan kaarten, maar dat men wel geïnformeerd wil zijn voordat de raadsvergadering zou zijn. Het bleek dat de gegevens die van de afdeling Financiën kwamen in over eenstemming zijn met het financieringstekort. Het financieringstekort is 4.500.000,Een gedeelte kan voldaan worden met een beroep op het kasgeld. Dit betekent dat men dit bedrag zeker nodig heeft. Het is echter wel een ommissie van de zijde van het college, omdat het wel zinvol zou zijn geweest als de raad deze informatie erbij gehad zou hebben. Mevrouw Verhagen merkt op dat het dan meer geluk dan wijsheid is dat de 3.500.000,uitkomt. Dit omdat volgens haar de liquiditeitsbegroting achteraf is opgesteld. De voorzitter antwoordt dat het niet meer geluk dan wijsheid is. Het is zo dat de chef Financiën wel inzicht hierin had. Dit inzicht moest echter nog overge bracht worden naar het college. Het is dan zo dat men toch de lening moet gaan sluiten en dat men er mee naar de raad moet. Als het echter niet klopt wil het college het nog op hetzelfde moment intrekken. Het college kan de raad geen voor stel doen waar het college niet achterstaat. Op zichzelf is het wel zo dat men de informatie voordien moet hebben. De heer de Witte vraagt of het in de gaten houden van de leningen door de gemeente zelf administratiekosten meebrengt voor de gemeente. Met andere woorden: De gemeente moet werkzaamheden verrichten voor de woningbouwvereniging. Hij vraagt of deze kosten verrekenbaar zijn met de woningbouwvereniging. De voorzitter antwoordt dat hij hier nu geen antwoord op kan geven. Hij wil dit echter later nog wel mededelen. De heer Kannekens merkt op dat de raad moet delegeren over een onduidelijkheid. De voorzitter antwoordt dat hij van mening is dat er niets onduidelijks aan is. Het college kan niet op een andere manier geld uitgeven dan dat de raad het college daartoe machtigt via raadsbesluiten. Het enige is, dat het college om deze raadsbesluiten uit te voeren, de mogelijkheid moet hebben om geld aan te kunnen trekken. Dit moet ook op een gunstige manier gebeuren. Het college is met de uitvoering belast. Om het beleid, dat de raad vaststelt, uit te kunnen voeren zal het college leningen aan moeten kunnen trekken. Als men dan leningen mede over moet doen naar de woningbouwvereniging, dan is er niets nieuws onder de zon.

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1985 | | pagina 170