-7- 4Voorstel inzake heroverweging volumebesluit Stads-en Dorpsvernieuwing. Volgnr. 85-XII-123 De heer de Vos merkt op dat men een stap zet, waarvan men helemaal nog niet weet waarheen. Men weet nog steeds niet waar men de panden Molenstraat 1 en 3 voor gaat gebruiken. Zijn fractie zou dan ook veel liever zien dat de 50.000,die men volgens het voorstel wil gaan gebruiken voor de aankoop van de panden, in de reserve voor stads-en dorpsvernieuwing blijven zitten. Men kan dit bedrag er dan uithalen op het moment dat men weet wat men met die panden gaat doen. De heer Koevoets merkt op dat zijn fractie in september dacht dat men het geld, voor bijvoorbeeld de trappen van de pastorie en het aanbrengen van ijssel- steentjes aan een gevel, voortaan van de Provincie kreeg. Men dacht toen dat men dit geld dan maar gauw moest besteden aan de panden Molenstraat 1 en 3. Na het lezen van het volumebesluit en de Wet op de Stads-en Dorpsvernieuwing vraagt hij zich toch af, hoe men de aankoop van de panden Molenstraat 1 en 3 in overeenstemming kan brengen met het volumebesluit Stads- en Dorpsvernieuwing. Men heeft in september besloten om aan door eigenaar bewoonde woningen 26.972,ter beschikking te stellen. Later zou men dan bekijken of men dit bedrag zou moeten verhogen of verlagen c.q. aan andere genoemde punten ter beschikking te stellen. Hij vraagt zich nog steeds af in welke sector de panden Molenstraat 1 en 3 behoren. Verder schrijft het college in zijn voorstel dat niet uit aanvragen of anderzins is gebleken dat er een noodzaak is om aan een van de andere sectoren gelden ter beschikking te stellen. Hij heeft echter in de map "onbenoemde stukken" toch een dergelijke aanvraag zien liggen. Hieruit kan blijken dat er toch geld ter beschikking moet komen voor een andere sector. De voorzitter antwoordt dat het er om gaat dat er al een raadsbesluit is genomen om deze gelden ter beschikking te stellen uit het fonds voor stads- en dorps vernieuwing. Hierop is inmiddels al een goedkeuring van Gedeputeerde Staten binnengekomen. Men zit nu met een negatief fonds voor stads- en dorpsvernieuwing. Voorlopig heeft men dan ook beschikt over deze gelden ten dienste van stads en dorpsvernieuwing en heeft men gebruik gemaakt van de reserve op de begroting ten dienste van een eventuele aanpassing van het gemeentehuis. Men heeft toen wel gezegd dat deze gelden terug moesten komen uit het fonds voor stads- en dorpsvernieuwing, zodat de reserve weer op het oude peil komt. Daarom is het een volledig logische zaak dat daaruit voortvloeit dat men zolang over de gelden voor stads-en dorpsvernieuwing op deze manier beschikt ten dienste van het fonds waaruit men het tijdelijk heeft onttrokken. En op het moment dat dat weer in evenwicht is kan men weer, als men op een fatsoenlijke manier bestuurt, de gelden anders gaan gebruiken. Het zou echter kunnen dat de panden Molenstraat 1 en 3 gerestaureerd worden. Men heeft niet gezegd dat ze afgebroken zouden gaan worden. Het kan echter ook zeer vernieuwend zijn als men daar iets aan de verkeerssituatie gaat doen. Dit omdat men zeer moeilijk als voetganger deze panden kan passeren. Het past op zichzelf dus wel in het beeld, anders zou het ook niet goedgekeurd zijn. Verder zegt hij dat de heer Koevoets zojuist de map "onbenoemde stukken" heeft genoemd. De map "onbenoemde stukken"zou echter nooit in de raadsvergadering worden besproken. De heer Koevoets merkt op dat hij de map niet ter discussie heeft gesteld. De voorzitter antwoordt dat stukken die in deze map liggen wel aangehaald worden op een manier, zodat ze van invloed kunnen zijn op de besluitvorming. Hij zegt dat als dat aangevoerd wordt, deze map op die manier wordt afgevoerd. De raad moet hier dan maar een uitspraak over doen. En dan is er als raad niet te besturen. In feite gaat het hier om een besluit dat voordien genomen is De heer Koevoets denkt toch dat hij en de voorzitter het niet met elkaar eens zijn. Volgens hem zijn er twee besluiten genomen. Er is een besluit genomen om de panden Molenstraat 1 en 3 aan te kopen. Dat besluit heeft men moeten financieren, omdat anders het besluit niet goedgekeurd zou worden.

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1985 | | pagina 160