-11- De voorzitter is van mening dat het op zichzelf steeds duidelijk is geweest dateral afspraken lagen. Los daarvan heeft het college gezegd dat, als de raad vindt dat het wel moet gebeuren, het ook zal moeten gebeuren. De woningbouwvereniging zal dan voor half november alles rond moeten hebben met de mensen die willen kopen. Alles zal dan kant en klaar op tafel moeten liggen voor de november-vergadering van de raad. In de raadsvergadering van december 1978 is er een besluit genomen dat men geen woningwetwoningen meer zou verkopen. Hierop kan men echter altijd nog terug komen. Dit betekent echter wel dat men hiermee een aantal mensen,die wellicht in het verleden heeft willen kopen,dupeert. Er is ook nog gezegd dat men de stagnering van de premiewoningen hierbij niet mag betrekken. Als men dit echter in het plan zelf betrekt is het misschien wel wat oneigenlijk. De heer Kannekens zegt dat dit wel in het voorstel staat. De voorzitter vraagt of men hier nu bezig is om tot een besluit te komen of om te kijken wat er wel of niet in het voorstel staat. Er is door het college een aantal argumenten naar voren gebracht en er is door de raadsleden een aantal argumenten naar voren gehaald. Hiermee kan men het wel of niet eens zijn. De heer van Halderen dacht dat er in het fusieconvenant een status quo is afgesproken tot aan de fusie. De voorzitter antwoordt dat dit klopt.Maar dit is doorbroken door het feit dat de Woningbouwvereniging "Fijnaart" toch met deze wens tot verkoop kwam. Als de raad dan toch accoord gaat met de verkoop, zal de gemeente alle zeilen bij moeten zetten om problemen te voorkomen. Het college is er echter niet zeker dat dit gelukt, maar het zal dan echter zijn uiterste best doen. Hij denkt dat hij het volkomen eerlijk stelt. De heer Mastenbroek merkt op dat een meerderheid van zijn fractie voor het voorstel van het college is. Dit houdt echter niet in dat deze meerderheid van zijn fractie in principe tegen verkoop van deze woningen is. Er zijn een aantal criteria die meegenomen moeten worden,bijvoorbeeld geen versnip pering van het woningbezit en de prijzen. De meerderheid van zijn fractie is dus in principe niet altijd tegen de verkoop van woningen, maar in dit geval is zijn fractie wel vóór het voorstel van het college. De heer Bos merkt op dat de verkoopprijzen van de huizen worden vastgesteld door Volkshuisvesting. Hieraan zal de Woningbouwvereniging geen boodschap hebben. In april is dit verzoek al gedaan. Hier is toen negatief op geant woord, omdat het raadsbesluit van 1978 er lag. Er zijn mensen die door laten schemeren dat deze raad het niet wil, omdat men niet gelooft dat het raadsbesluit van 14 december 1978 er is. Daarom is het nogmaals in de raad gebracht om te kijken hoe men er nu over denkt. De heer Koevoets zegt dat hij nu helemaal verbaasd is. Zijn fractie was onbekend met het feit dat er een raadsbesluit lag waarin was besloten dat de gemeente geen woningwet c.q. sociale woningen meer zou verkopen, tenzij de raad anders beslist. Zijn fractie zou graag dit raadsbesluit willen lezen, omdat dit toch gevolgen kan hebben voor de toekomst. Ten tweede weet men niet of er andere argumenten in de brief staan die het college pas ontvangen heeft en de raadsleden nog niet gezien hebben. De voorzitter antwoordt dat het een brief is met precies dezelfde inhoud als de vorige alleen is de brief nu ondertekend. De heer Koevoets zegt dat hierdoor de argumentatie van zijn fractie niet verandert. Het lijkt zijn fractie beter dat de huurders die willen kopen een verzoek doen aan de nieuwe woningbouwvereniging na de fusie. Ook zou zijn fractie graag op de hoogte gebracht willen worden van de inhoud van het besluit van 1978 om niet tot verkoop over te gaan. Zodoende weet men in ieder geval of men kan afwijken van dit besluit, en wat de overwegingen waren om tot dit besluit te komen. Anders zou men traumelant kunnen krijgen met mensen die ook al wel eens het huis waarin ze woonden wilden kopen. Het argument van doorstroming van goedkope naar duurdere woningen trekt hij ook in twijfel. Wat dat betreft is hij het eens met de heer Kannekens. Het geld dat de

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1985 | | pagina 133