De heer de Witte merkt op dat mevrouw Verhagen misschien wel gelijk heeft,
maar dat hetgeen ze heeft gezegd aan het feit op zich niets verandert-
De voorzitter stelt voor om het amendement van de CDA-fractie in stemming te
brengen.
De raad besluit met 4 stemmen vóór en 9 stemmen tegen het amendement van de CDA-
fractie te verwerpen.
Vóór stemmen mevrouw Verhagen en de heren Mastenbroek, Evers en Kannekens.
Tegen stemmen de heren de Witte, de Vos, van Halderen, Koevoets, Nachtzaam,
Bos, van der Werf, van Dis en Fakkers.
De voorzitter brengt vervolgens het college voorstel in stemming.
De raad besluit met 9 stemmen vóór en 4 stemmen tegen overeenkomstig het
voorstel van burgemeester en wethouders.
Vóór stemmen de heren de Witte, de Vos, van Halderen, Koevoets, Nachtzaam, Bos,
van der Werf, van Dis en Fakkers.
Tegen stemmen Mevrouw Verhagen en de heren Mastenbroek, Evers en Kannekens.
De voorzitter merkt op dat er in het vervolg over dit soort zaken ook AROB-
procedures mogelijk zijn. Hij wilde dit vooraf niet zeggen omdat de raads
leden hierdoor misschien zouden worden beïnvloed. De AROB-rechter wijst duidelijl
op een consequent beleid. Dit is dus iets waar de raad aan zal moeten denken.
In het verleden is er wel een vrij consequent beleid gevoerd en men zal dit
moeten voortzetten.
10. Voorstel inzake ingekomen verzoeken tot kwijtschelding gemeentelijke belas
tingen. Volgnr. 85-X-93.
De heer van der Werf merkt op dat hij de kwijtscheldings-zaken direct zou willei
delegeren aan het college. Hij dacht dat dit een zaak was die tot het college
behoorde, omdat het over personen gaat.
De heer Nachtzaam zegt dat ook zijn fractie vindt dat dit een taak voor het
college is. In dit voorstel worden twee kwijtscheldingen aan de orde gesteld.
Met het eerste verzoek kan zijn fractie instemmen, maar niet met het tweede
verzoek.
De heer van Halderen denkt, de andere fracties gehoord hebbende, dat het de
moeite waard is om over een delegatiebesluit te denken. Het lijkt hem een goede
zaak om hierover in een commissie te praten. In de tweede plaats merkt hij
op dat er één en andermaal nogal wat kritiek is geweest op de voorlichting door
het gemeentebestuur. Men kan dan nu alleen maar toejuichen dat er nu een fol
der over de mogelijkheid tot kwijtschelden van belasting bij de aanslagen zal
zitten.
De heer de Witte zegt dat hij het eens is met de vorige sprekers om dit zo snel
mogelijk aan het college te delegeren. Hij wil niet inhoudelijk op dit voorstel
in gaan, maar gaat met het collegestandpunt accoord. Wel vraagt hij of het
college een visie zou willen ontwikkelen. Eventueel kan in de eerstkomende com
missie Financiën voorgelegd worden wat de normering van het college is en waar
men vanuit gaat en hoe men verslag aan de raad doet. Hij wil het college hier
toe uitnodigen om hier een voorstel van te maken.
De voorzitter concludeert dat er nogal wat stemmen zijn die uitgaan naar het
delegeren van de bevoegdheid naar het college.Het college denkt ook dat dit zin
voller zal zijn. Het college is wel verplicht om alle informatie in de raads-
portefeuille te leggen, omdat de raad zich anders niet kan oriënteren. Daarnaast
is het zo dat er wel vaker zaken in de raadsportefeuille zitten waarvan het lqgisch is dat de
raadsleden over deze informatie beschikten. Dit neemt niet weg dat er zaken zijn waarvan het
plezierig is dat deze zich in een zo'n klein mogelijk verband afspelen. Hij denkt dat de richt
lijnen duidelijk zijn. De richtlijnen kunnen echter neg wel een keer cp papier gezet worden. Er is
gezocht naar een wijze om de zaken via de richtlijnen juist te regelen.