De heer Kannekens merkt op dat ook zijn fractie graag geïnformeerd wil worden over de lijst van beeldbepalende en karakteristieke panden. Uit het voorstel begrijpt hij, dat het college enkel de stads-en dorpsvernieuwing wil gaan subsidiëren. Zo doende schiet er voor het beeldbepalende karakter van panden uit het dorp weinig meer over. De voorzitter antwoordt dat hij het, wat betreft de ambtelijke taal van de verorde ning en de moeilijkheid hiervan eens is met de heer de Vos. Het probleem is dat men in het kader van de decentralisatie te maken heeft met centralisatie. Men is aan handen en voeten gebonden wat betreft de manier hoe men de zaak moet inkleden, en aansluiting moet vinden op de Wet op de Stads-en Dorpsvernieuwing. Wil men als gemeente in aanmerking komen voor de gelden dan zal men volgens de regels moet een verordening moeten komen. Wat betreft het bekendmaken van de verordening via "de Niervaertpost"daar heeft het college geen moeite mee. Wat betreft het beeldbepalende en karakteristieke van gebouwen zegt hij dat het gaat om een bedrag dat de gemeente krijgt van de provincie. In het verleden heeft de gemeente de gelden die voor beeldbepalende en karakteristieke panden of gebouwen uit eigen middelen moeten betrekken, omdat men er toen geen gelden voor kreeg. De gemeente wil nu op dezelfde wijze als in het verleden gelden hiervoor beschikbaar blijven stellen. Difbetekent dat men uit de gemeentelijke middelen extra gelden ter beschikking moet stellen. Middels deze verordening wordt de mogelijkheid geboden om gelden ter beschikking te stellen. Wat de vraag varv~de heer de Vos over het bepalen van het karakter van een pand betreft, antwoordt hij dat de raad uiteindelijk de laatste stem hierin heeft. Vooraf zal het echter tfia de welstandscommissie gaan. De heer Koevoets merkt op dat de raad een maand langer de tijd heeft gehad om op deze verordening te reageren. Zoals de CDA-fractie nu reageert had men eigenlijk moeten reageren toen men daar de mogelijkheid toe kreeg. Verder zegt hij dat bij de reacties die binnengekomen zijn een reaktie van de V.V.F. zit. Hij vraagt zich af of er een scheuring binnen de V.V.D. is. De voorzitter antwoordt op dit laatste dat dit misschien komt omdat de heer van Halderen naast de heer Koevoets zit. Zodoende kan men wel eens wat verwarring van letters krijgen. De heer de Vos vraagt of het niet verstandig zou zijn om in het volumebesluit een zinnetje toe te voegen waarin staat wat men met de 50.000,gaat doen. Nu staat er enkel dat men een bedrag van 76.972,van de provincie krijgt. Hiervan wordt 26.972,uitgetrokken om te besteden aan verbeteringen van door eigenaar bewoonde woningen. Als men dit leest vraagt men zich af waar dan de overige 50.000,blijven. De voorzitter antwoordt dat men wel een vertaling kan geven waaruit blijkt wat werkelijk bedoeld wordt. Wat betreft de opmerking van de heer Koevoets over het reageren van de CDA-fractie op deze verordening zegt hij dat het niet aan hem is om hier op te antwoorden. De raad besluit zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van burge meester en wethouders. 8. Voorstel tot overdracht gemeentelijk woningbezit. Volgnr. 85-X-91 De heer de Witte merkt op dat hij in de overige vergadering heeft gezegd dat hij een unheimisch gevoel had over deze zaken. Hij veronderstelde toen dat dit un heimische gevoel verdwenen zou zijn wanneer er een uitgewerkt voorstel lag. Het gevoel is nu wel wat verdwenen maar nog niet helemaal. Er zijn bij hem npg wsl wat vragen gebleven. Onder punt 3 bij de financiën is hem iets nog niet duidelijk. Hierin geeft men een garantie van 10 jaar op het groot-en normaal onderhoud. Hij vraagt of dit gebruikelijk is. Zo niet darv wil hij graag weten waarom men die garantie dan geeft. Verder zegt hij dat men de balansdatum afsluit op 31 december 1985. Hij vraagt of de kosten die achteraf komen over 1985 nog verrekenbaar zijn.

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1985 | | pagina 125