-23-
Zijn fractie zou graag zien dat het college dit voorstel terugtrekt. Misschien
dat op een later tijdstip, bijvoorbeeld de informele vergadering van 5 september
a.s. hierover verder kan worden gediscussieerd. Het college zegt namelijk zelf
in het voorstel dat men eens rustig wil gaan bekijken wat men met de panden kan
gaan doen.
De heer van Halderen zegt dat zijn fractie met het voorstel van het college erg
blij is. Regeren is goed vooruitzien. Het college is nu bezig met goed vooruit
te zien. Het enige wat zijn fractie zou willen weten is in wat voor termijn de
reserve is opgebouwd. Hoeveel geld krijgt de gemeente eigenlijk per jaar voor
de uitbreiding van de secretarie?
De heer Koevoets deelt -mede dat zijn fractie met dit voorstel wel accoord kan
gaan. Hij denkt dat men met deze aankoop niet slecht af is, temeer niet omdat
de hoek die het ene pand maakt met de weg nogal gevaarlijk is. Er is op een gegeven
moment geen trottoir meer om over te lopen. Zijn fractie wil dan ook instemmen
met het krediet, maar wil er wel een voorwaarde aan stellen. Deze voorwaarde is
dan de onmiddellijke sloop van de panden en een betere situering van de trottoirs
ter plaatse. Later zou men dan een paar woningen kunnen bouwen in de stijl van
de hoek van de Molenstraat-Voorstraat, of in de stijl van het gemeentehuis. Wat
betreft de uitbreiding van het gemeentehuis moet het college eerst maar met keiharde
feiten op tafel komen op grond waarvan uitbreiding nodig is. Als hij dan denkt
aan werktijdverkorting en deeltijdbanen dan denkt hij niet aan 20 ambtenaren op
20 stoelen, maar aan 20 ambtenaren op 10 stoelen.
De voorzitter antwoordt dat het college van mening is dat voor de goede gang van
zaken er wel tè weinig werkruimte is. Ook is het college van mening
dat het, dit gebrek aan ruimte naar de raad toe nog hard moeten maken.
Als er dan onverhoopt blijkt dat de raad geen medewerking wil gevenofdathet college
overtuigd wordt dat het niet nodig is, wil dit nog niet zeggen dat deze aankoop
niet plaats moet vinden. Het voorstel tot aankoop is wel gekomen doordat men uit
ging kijken naar eventuele mogelijkheden van uitbreiding. Er is gekeken naar uitbrei
ding aan de achterzijde van het gemeentehuis of eventueèl door het plaatsen van
een Jarinolokaal
Toen kwam men vanzelf bij de panden Molenstraat 1 en 3 Ook de verkeersoplossing
op langere termijn kwam hierbij aan de orde. Over de invulling van de panden of
de plaats kan men nog van gedachten wisselen. Er zijn hiervoor talloze oplossingen.
Het college is van mening dat het aankopen van de panden op basis van voornoemde
gegevens een verantwoorde zaak. Een en anderfpast ook in het kader van stads-en
dorpsvernieuwing. Het college is vooralsnog van mening dat mede via die panden
uitbreiding gegeven moet worden aan het gemeentehuis. Als de raad dit niet vindt
heeft men zich op geen enkele manier gebonden. Om nu de eis van de heer Koevoets
zo bindend op te nemen, vindt hij toch wel iets vergaand. Het is wel zo, dat als
er op die plaats een wijziging plaatsvindt, ook de verkeerssituatie gewijzigd
moet worden. Verder wil het college hiermee niet gaan.
Verder zegt hij dat de heer de Vos ernqgalwat dingen bij gehaald heeft die volgens
hem niet allemaal relevant voor de zaak zijn. Hij voelt er dan ook niet zo veel
voor om daar allemaal op in te gaan. Wat betreft de termijn van opbouwing van
de reserve zegt hij dat dit ongeveer 3 jaar is.
De heer van Halderen denkt dat het dan een heel zinvolle zaak is om de gelden
die van het rijk komen zeker niet te versnipperen. Het is een belangrijk bedrag.
Als men dit bedrag met allerlei kleine stads-en dorpsvernieuwingen versnippert
komt men niet meer tot behoorlijke zaken. Hij is van mening dat deze intentie
er ook achter zit.
De voorzitter antwoordt dat die intentie er zeker achter zit. Men heeft gekeken
hoe men een goede invulling zou kunnen vinden voor de gelden. In combinatie met
de totale gedachtengang van het college vond het college dit een goede zaak om
het zo aan de raad aan te bieden. Wat betreft het verschillend denken over de
invulling van de panden vindt hij dat er maar een zo'n breed mogelijk visie
moet komen, waaruit in ieder geval een beslissing voort kan komen.
De heer Koevoets vraagt op welke termijn het college denkt hierover een voorstel
naar de raad te doen. Als men dit pas over drie jaar beslist, heeft men drie jaar
te vroeg gekocht en zit men met renteverlies. De eigenaren zitten dan gratis te
wonen.
De voorzitter antwoordt dat dit laatste niet het geval is, omdat het de bedoeling