-21- uit kan geven. Hij heeft in de stukken een mooi geel papier gezien, waarop staat wat men aan de lokalen gaat doen. Hij denkt dat er dan toch wel een idee moet zijn. Het enige argument wat het college geeft is de snelheid van handelen. Hij vraagt zich af wat het college in zijn hoofd heeft om het allemaal zo snel te laten gaan. Kan men inderdaad niet wachten met het vragen van een krediet tot eind september en wat kan men dan vergeten? De heer Koevoets merkt op dat er op informele vergaderingensoms gekke dingen gebeuren Dit heeft men deze avond al eerder kunnen zien. Er worden dan beslissingen genomen die later betreurt worden. De voorzitter wijst er nog eens op dat er tijdens een informele vergadering geen beslissingen worden genomen. Er worden hier enkel duidelijke hints gegeven naar het college toe om een bepaalde richting te kiezen en er verder geen onnodige geld aan te besteden. De heer Koevoets stelt dat hij misschien de verkeerde bewoordigen gebruikt. Stel dat men nu 120.000,beschikbaar stelt. Op 5 september heeft men een informele vergadering. Gaan deze 120.000,dan een eigen leven leiden? Verder stelt hij dat er dan misschien onder druk van dat moment een te lichtvaardige hint wordt gegeven aan het college. De kans bestaat dan dat de raad eind september zaken voorgeschoteld krijgt, die al zover uitgewerkt zijn, doordat het college op 5 september een hint heeft gekregen. Deze zaken zouden wellicht niet zo ver in voorbereiding zijn als men nu de 120.000,niet beschikbaar stelt. Het college stelt het overigens wel zeer zuiver. Als er eind september een besluit wordt ge nomen wil het college zo snel mogelijk beschikking hebben over de lokalen. Als men nu het besluit tot beschikbaarstelling van een krediet niet neemt kan men niet snel genoeg uit de voeten. De voorzitter merkt op dat men op 5 september over de verschillende alternatieven kan praten. Men zal dan met elkaar de afweging moeten maken of men de lokalen wil houden of dat men ze gaat afstoten. Het college vindt dat het niet verantwoord bezig is, als het niet komt met een voorstel dat mogelijkheden schept om gelden te voteren, zodat er de mogelijkheid is op korte termijn iets met de lokalen te gaan doen. Anders komt men in de dwangsituatie dat men wel moet verkopen, omdat anders de kans op vernielingen te groot wordt. De lokalen kunnen wel een aantal weken met extra toezicht van de politie en de buurtbewoners leeg staan. Dit kan echter niet voor langere tijd. Dat is de grote vrees van het college. De heer Koevoets concludeert dat er vóór de vergadering van eind september helemaal niets wordt voorbereid, ondanks indicaties van de vergadering van 5 september a.s. De voorzitter antwoordt dat dit juist is. Het kan namelijk ook best zijn dat de raad beslist tot verkoop van de lokalen. De raad besluit zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van burge meester en wethouders. 21. Voorstel inzake aankoop panden Molenstraat 1 en 3 i.v.m. uitbreiding gemeentehuis. 40e begrotingswijziging 1985. Volgnr. 85-IX-84 De voorzitter merkt op dat er een onduidelijk iets in het voorstel staat. De gelden die gebruikt worden voor de aankoop van deze panden komen uit de gelden die gebruikt moeten worden voor de uitbreiding van het gemeentehuis. Deze gelden komen in de loop van de tijd terug via gelden die bestemd zijn voor stads-en dorps vernieuwing. Het aankopen van deze panden is dus eigenlijk voor stads-en dorps vernieuwing. De aankoop moet ook eigenlijk uit die pot betaald worden, maar deze gelden staan voor een bepaalde tijd vast. De gelden worden dus voorlopig beschikbaar gesteld uit de gelden die bestemd zijn voor de verbouw en uitbreiding van het gemeentehuis Men kan dus zeggen dat men later deze gelden wil gebruiken voor het uitbreiden van het gemeentehuis. Dit kan dus omdat deze gelden later weer terug komen. Het voorstel dat de raad wordt aangeboden is er om twee redenen. Het college heeft zorgen over het pand Molenstraat 1, vooral hoe men het oplost voor het dorp.

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1985 | | pagina 116