-9- 9. Voorstel tot intrekking raadsbesluit tot uitgifte in erfpacht van een perceel industrieterrein aan Handelsonderneming en Koud Vulkaniseringsbedrijf "Enzu" B.V. Volgnr85-IX-72. De raad besluit zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van burge meester en wethouders. 10. Voorstel tot afwijzing verzoek om subsidie voor 1985 en 1986 van de Stichting Jeugd-en Jongerenservice te Roosendaal Volgnr. 85-IX-75 De voorzitter merkt op dat uit het voorstel blijkt dat het college nadere infor matie heeft ingewonnen. Het college heeft gemeend om op gronde hiervan het ver zoek om toekenning van een subsidie te moeten afwijzen. De heer de Vos merkt op dat de voorzitter zegt dat nadere informatie is ingewonnen, hetgeen ook in het voorstel staat omschreven. Wat niet blijkt uit het voorstel, is, dat ook nadere informatie is ingewonnen door het college bij het Ministerie van WVC. Gevraagd is of het ministerie de subsidie aan de stichting zal hand haven op het moment dat de gemeenten, die thans subsidie verlenen, dit stop zetten Hij vraagt of na 1 januari 1986 het voortbestaan van de Stichting nog wel ge waarborgd is, wanneer de gemeenten, en dan met name Roosendaal, de subsidie verlening stop zetten. Hij vraagt of men nu niet bezig is om een mooi verhaaltje te houden, in de zin van: Dan neemt het Rijk het wel over". Als het puntje bij paaltje komt zal het Rijk misschien zeggen: "Maar, daar beginnen we niet aan De voorzitter denkt dat de heer de Vos dit wel heeft kunnen lezen in het raads voorstel. Men heeft kunnen lezen dat het Rijk zegt:"Daar beginnen we niet aan". Met andere woorden kan men zeggen dat men geen geld zal hebben. Er kan dan een AROB-procedure komen naar de gemeenten die subsidiëren. Wie dat dan wint, dat laat hij in het midden. Dit is ook niet aan hem. De heer Koevoets merkt op dat zijn fractie informatie heeft ingewonnen. Het stuk op zich kwam bij zijn fractie toch een beetje vreemd over. Een gemeente zou blijvend vastgelegd worden aan subsidiëring van een stichting. Als de gemeente blijkens de statuten geen deelnemer is, dan lijkt dit zijn fractie zeer onwaarschijnlijk. Zijn fractie heeft dit dan ook nagetrokken en gebleken is dat haar gedachte juist was. De gemeente zit er dus niet aan vast. Er is tevens geïnformeerd bij de Stichting Jeugd-en Jongerenservice over wat het doel is van de stichting, gezien het feit dat ze subsidieverzoeken indient bij gemeenten, en gezien het feit dat ze in feite voor 100% door het Rijk gesubsidieerd dient te worden. Het eerste gedeelte van het raadsvoorstel is dan ook correct. Een wettelijke bekostigingsregeling is ook correct. Een subsidie van een gemeente, in de vorm van een symbolisch bedrag (Roosendaal vormt hierop een uitzondering), is geen wettelijke bekostigingsregeling. Roosendaal heeft inderdaad, uit onder steuning juist voor de Stichting Jeugd-en Jongerenservice, naar het ministerie toe besloten om de subsidiekraan dicht te draaien. Dit heeft niets te maken met ideologische gronden of politieke motieven, maar berust uitsluitend op geldelijke motieven. Juist omdat er een soort bekostigingsregeling was van de gemeente Roosendaal en Nispen, dreigde Roosendaal er blijvend aan vast te gaan zitten. Dit terwijl het uitgangspunt was en is: 100% door het Rijk. Deze 100% is uiteraard nooit 100%, daar er een aantal zaken is, dat nooit door het Rijk wordt betaald. De reden waarom de stichting aan andere gemeenten om subsidie vraagt is meer om een regionale functie te bezitten. Het ministerie van WVC eist een regionale fucntie om goedkeuring en 100% subsidie te verlenen. Alle gemeenten waar de stichting cliënten heeft,zijn door de stichting aangeschreven. Roosendaal heeft ook gezegd, dat zij er helemaal voorop draait, terwijl slechts 1/3 van de cliënten uit Roosendaal komt. Er is hem medegedeeld dat er een samenwerking zal komen tussen de sociale unit in Bergen op Zoom en de Stichting Jeugd-en Jongerenservice in Roosendaalook om de regionalisering doorgang te laten vinden.

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1985 | | pagina 104