Hij zegt dat hij het supplement nu niet bij de hand heeft. De VNG werkt met een korte
samen-vatting van een lange brief, zodat iedereen heel kort en krachtig de in
houd c.q. de conclusie van dat supplement meteen kent.
Hij zegt dat het college bereid is om de volgende keer het supplement ter inzage
te leggen.
De heer van Dueren den Hollander zegt dat de teneur van de brief haaks staat
op hetgeen wat de heer Koevoets heeft ingebracht.
De voorzitter zegt dat de mening van de VNG is, dat de vergoeding van de raads
leden niet omlaag moet Zij voert daar een aantal argumenten voor aan.
Bovendien veroordeelt de VNG de terugwerkende kracht waarover de minister in het
voorstel spreekt.
De heer Kannekens dacht juist, dat wat de VNG daar aanhaalt -vooral door de
verhoging die toegepast is en de vergoeding die er staat van de raadsleden, dat
daar de arbeidstijd mee gekocht kan worden. Hierdoor hoeft geen enkel raadslid
ooit afwezig te zijn. Hij weet van tevoren of hij de raadsvergadering kan
bezoeken. Hij kan volgens de heer Kannekens door de vergoeding zijn tijd
vrijkopen. Dat is volgens hem de teneur van de brief. Volgens hem is dat hetgeen
de raadsleden goed moeten beseffen.
De voorzitter stelt voor om over deze nieuwsbrief niet verder in discussie te gaan.
Het lijkt hem wel verstandig om een exemplaar van de brief zoals deze in extenso
gepubliceerd is in de Nederlandse Gemeente aan de raadsleden beschikbaar te
stellen.
De heer Koevoets gaat in op punt h, een schrijven van de Hulp-en Informatiedienst
van de Socialistiese Partij inzake standpuntbepaling aardgasprijzen per 1-1-1985.
Hij vraagt op welke wijze deze gemeente invloed kan hebben op het beleid van
Intergas
De voorzitter antwoordt dat de gemeente aandeelhouder is van N.V. Intergas.
Vertegenwoordiger hiervan namens de gemeente is de burgemeester.
Invloed kan men uitoefenen door een motie of een dringend verzoek aan de
vertegenwoordiger om in de aandeelhoudersvergadering het standpunt van de Raad
te verkondigen.
De heer Koevoets vraagt of die aandeelhoudersvergadering invloed heeft op het
prijzenbeleid van Intergas.
De voorzitter antwoordt dat Intergas natuurlijk wel prijzen vaststelt Deze
worden aan verbruikers in rekening gebracht. Dit geschiedt met goedkeuring van
de aandeelhouders Intergas geeft ook een bestemming aan de winst, zoals men
in de begroting altijd kan zien. Het is zo dat Intergas probeert om zo goedkoop
mogelijk aan gasvoorziening te doen. Dit wordt vaak belemmerd door de minister.
Deze heeft de aardgasprijs als punt van inkomenspolitiek gemaakt. Hij doet dit
door de aardgasprijzen zo te stellen, dat daardoor een stuk niet-belasting-
middelen binnenkomen. Deze worden gebruikt ter dekking van 's lands uitgaven.
Daar is niet zoveel invloed op uit te oefenen. Hij zegt dat het bekend is dat
de Vegin in het verleden zich nogal eens in onderhandelingen heeft opgesteld,
in die zin dat ze probeerde om de gasprijs te verlagen. De minister moet dan
een bemiddelende rol spelen tussen de Vegin en de Gasunie. Uiteindelijk bepaalt
de minister wat het tarief moet zijn.
De heer Koevoets zegt dat het zijn fractie is opgevallen dat er een aantal,
merendeels gemeentelijke gasbedrijven, wel een verlaging voorstaan per 1-1- 1985.
Het Vegin wil dit echter niet en wil dat Intergas zich daaraan conformeert.
De heer de Vos gaat in op punt ,j een schrijven van Streekgewest Westelijk
Noord-Brabant betreffende begrotingswijzigingen begroting Gezondheidsdienst
en Algemene Dienst.
Hij zegt dat men de brief, die het college namens de raad heeft verstuurd, in de
Gewestraad ter sprake is gebracht. De portefeuillehouder, de heer Stuart, heeft
gezegd dat als een gemeente moeilijkheden heeft met iets te vertalen in cijfers,
altijd een beroep gedaan kan worden op het secretariaat van het Gewest en /of
op de portefeuillehouder. Hij denkt dat de gemeente diet in het vervolg maar moet
doen. De raad heeft dan misschien nog voor de tijd dat de beroepstermijn
verstrijkt, een mogelijkheid om in beroep te gaan.
De heer Koevoets gaat in op punt k, een brief van Bouw-en Houtbond F.N.V. afdeling
Fijnaart betreffende werkgelegenheid in de bouwnijverheid.