- 14 -
De heer Kannekens zegt dat hij zich distanciëert van hetgeen de voorzitter
en de heer Koevoets gezegd hebben. Hij zegt dat hij daar niet aan mee
doet
Hij wil wel opmerken dat de voorzitter door de beantwoording die hij
ten name van de Witte Roos doet, zelf iets oproept. Hij vindt dit net
zo jammer, als de voorzitter het jammer vindt dat er door anderen wat
gezegd wordt.
De heer van Dueren den Hollander zegt dat hij weer de behoefte krijgt
om toch wat te zeggen. Hij merkt op dat de heer Koevoets op dit moment
door zijn eigen woordgebruik en zijn eigen woordspeling op zijn eigen
golfslag teruggegooid wordt. Dat is volgens hem duidelijk waarneembaar.
De heer Koevoets heeft volgens hem nogal een vocabulaire en hij vindt
dat hij dan maar een andere woordkeuze moet zien te vinden om datgene
wat hij bedoelt te zeggen.
Hij vindt dit aanmatigend en vervelend. Volgens hem kwam het er nogal
insinuerend uit door de opmerking over spelletjes. Deze insinuatie werd
richting voorzitter gestuurd,
i Ten aanzien van zijn eigen fractiegenoot Kannekens wil hij ook nog
iets zeggen. De heer Kannekens heeft gezegd dat de voorzitter iets oproept.
Hij denkt dat de heer Kannekens er mee bedoelt dat de voorzitter niet
ingaat op cijfers die in het jaar voorafgaande aan hetgeen waar de gemeente
nu voorstaat zijn geproduceerd.
Hij kan begrijpen dat de voorzitter daar niet op in gaat. Aan de andere
kant wil hij vragen wat er binnen en buiten dat stuk met cijfers zit,
wat de raad onthouden wordt. Hij zegt dat de raad het hoofd van de gemeente
is. Door wie die cijfers ook geproduceerd zijn, ze mogen naar zijn mening
best bij de verzameling van de raadsleden thuishoren. Hij vindt dat,
wanneer er dingen in staan die niet naar buiten kunnen, men er dan embargo
op moet zetten. Dan heeft de raad nog enige verplichtingen. Dit merkt
hij op ten gunste van de heer Kannekens. Hij begrijpt overigens dat
de voorzitter zelf niet op de cijfers wil ingaan.
Hij heeft gemerkt dat er nog steeds verantwoordelijke mensen zijn, be
stuurlijk binnen de Witte Roos.
Die kunnen er wat hem betreft dan op ingaan, als er op ingegaan moet
worden
Hij zegt dat de raad met de Witte Roos nu op een bepaald punt zit. Men
kan nu niet anders meer.
Hij zegt dat hij er maar over ophoudt, omdat het lijkt alsof hij de vader
van de raad is. Hij vindt dat er soms iemand tot de orde moet
worden geroepen.
De voorzitter zegt dat de heer de Witte 'net ook al over de cijfers heeft
gehad. Hij zegt dat het zo is dat de eerste computeruitdraaien klaar
zijn. Er zittenechter nog vel enkele foutjes in. Hij hoopt dan ook dat
men binnenkort de zaken gerichter en helemaal uitgesplitst heeft.
De heer Kannekens zegt bij interruptie dat de voorzitter beloofd heeft
dat de raad alle lopende zaken zou krijgen. Hij w.il dit vriendelijk
opmerken, omdat hij vindt dat niet alles in strijd tegenover elkaar
hoeft te gebeuren. Hij zegt dat men hier in de raad toch allemaal met
hetzelfde bezig is, namelijk om een en ander zo goed mogelijk in goede
banen te leiden.
Hij vindt als men over een en ander moet praten, dat dat in goed overleg
moet gebeuren.
De voorzitter wil hieraan toevoegen, in antwoord op wat de heer de Witte
vroeg, dat het college heel goed de cijfers kan afzetten tegen de nieuwe
cijfers, de begroting en de exploitatie. Hij zegt dat men dat ook zal
moeten doen, omdat ook de enquête, daarbij zal moeten worden gebruikt.
Hij gaat vervolgens in op de beheersvorm. Hij zegt dat de eerste aanzet
in die gedachtengang al aan de orde is geweest.