- 10 -
7. Voorstel inzake overdracht Witte Roos. 20e wijziging gemeentebegroting
1984. Volgnr. 84-V-56.
De voorzitter zegt dat het de kwestie is waar het college eigenlijk
toe gerechtigd was om het af te handelen. Het college wil het toch de
raad voorleggen voor een formele besluitvorming, zodat ook Gedeputeerde
Staten over die stukken, zoals die overgelegd zijn, kan besluiten. Hij
zegt, dat de raad de aansluiting van de rekening van de Stichting op
de gemeentebegroting kan waarnemen.
Hij zegt dat het college verder niet op de rekening van de Stichting
is ingegaan.
Het is niet een rekening van de gemeente. Het is een constatering, het
is een aansluiting van bedragen op elkaar en dat kunnen de raadsleden
voor zich zien. Hij zegt dat men ook kan zien dat verder de zaak via
notariële akte kan passeren.
De heer Koevoets zegt dat sinds 1 januari 1984 de gemeente het beheer
van de Witte Roos voert. Hij zegt dat dat alle raadsleden bekend is.
Dat is het afgelopen jaar: in een aantal raadsvergaderingen besloten.
Hij zegt dat als hij het goed begrijpt, dat hedenavond het sluitstuk
van die overname aan de orde is. Die overname valt volgens hem in drie
porties uiteen.
1. Overname van het dorpshuis.
2. Overname van de schulden.
3. Overname van alle overige rechten en contractuele verhoudingen en
Bi1?C£!ïJï'"Aer}ïaar de toestand van 1984.
•Hij zegt dat in het ter inzage liggende besluit men had kunnen
lezen bij de bepalingen sub 2 dat de gemeente zich verplicht de lopende
overeenkomsten stipt na tè komen. Sub 6 geeft weer: "de gemeente neemt
de in de stichting werkzame werknemers per datum als hiervoor in sub
1 genoemd over". In sub 1. staat vermeld de datum van 1 januari 1984,
en alles met in achtneming van de wijzigingen die tijdens de periode
van beheer door de gemeente ten behoeve van de stichting hebben plaats
gevonden. Hij zegt dat dus juridisch gezien vanaf 1 januari 1984 de
gemeente verantwoordelijk is voor alle daden van beheer. Het Stichtings
bestuur heeft vanaf die datum geen eigen rechts—bevoegdheid meer om
beheersdaden te stellen, behalve de ondertekening van de overdrachtsakte.
Hij zegt tegen het college dat het voorstel aan de raad gedateerd is
16 mei 1984. Hij zegt dat de raad mag aannemen dat dat voorstel vooraf
gaande aan die datum uitvoerig door het college is besproken. Hij vraagt
hoe het dan mogelijk is, dat een niet rechtsbevoegd persoon, namelijk
de Stichting, op 16 mei en verzonden 21 mei, een ontslagaanvraag indient
bij het Gewestelijk Arbeidsbureau te Roosendaal voor vier werknemers
van de Stichting. Hij zegt dat het een beheersdaad is en dat de Stichting
daartoe niet bevoegd is. Ten tweede wil hij opmerken dat het argument
voor die ontslag-aanvraag, de ernstige liquiditeitsprpblemen, de wil
van de gemeente om de exploitatie zelfstandig aan te nemen, vorig jaar
al uitgesproken is. Hij zegt dat de bereidheid van de Stichting om die
over te dragen ook vorig jaar al uitgesproken is. Verder merkt hij op
dat in die ontslagaanvraag staat: "Wil het gemeentebestuur tot sanering
van de situatie geraken, dan dient de exploitatie drastisch te worden
herzien, met gevolg voor de werkuren voor de werkneemsters. Het stichtings
bestuur wenst de gemeente volledige vrijheid tot handelen te geven en
vraagt daarom toestemming om per 1 augustus 1984 de betrokkenen te ont
slaan. Het is het stichtingsbestuur bekend dat de gemeente de bereidheid
heeft om per 1 augustus met deze werkneemsters voor zover van node,
onder andere voorwaarden een nieuwe arbeidsovereenkomst aan te gaan".
Hij vraagt of het college bekend is met de ontslag aanvraag door de
Stichting. Zo nee, dan vraagt hij wat het college hieraan denkt te doen,
.omdat de Stichting naar de mening van zijn fractie geen bevoegdheid
heeft tot enige dacjen van beheer. En zo ja, dan vraagtjjij hoe dit te
rijmen valt met het besluit dat hedenavond genomen moet worden en met
de besluiten die de raad eerder genomen heeft. In tweede termijn zal