-9-
6- Voorstel inzake voorzieningen ten behoeve van fietsers op de Oudemolensediik
Volgnr. 84-V-54T
De \oorzitter zegt dat hij dit agendapunt niet met vreugde naar voren brengt.
Hij vond het niet eerlijk om de zaak eerst aan de commissies voor te leggen,
en dan pas de zaak naar voren te brengen in de raad. Hij vond het verstandiger
om de zaken zoals ze er nu voor staan, zo aan de raad voor te leggen.
Hierdoor heeft de raad volgens hem alle mogelijkheid om te zeggen tegen het
college: Ga toch maar met dit voorstel eerst naar de commissies
Het is al een héte historie geweest over deze zaak Hij zegt dat het college
de raad heel wat bespaard heeft, omdat er een hoop tijd en ellende aan vooraf
is gegaan. Wat er eigenlijk uit de bus komt is vrij weinig.
De heer de Witte zegt dat hij de mening van de voorzitter onderschrijft, dat het
misschien beter is om het zo te doen. Ook onderschrijft hij de teleurstelling
van het college over de afloop van dit gebeuren. Wat dat betreft kan het college
op de steun van zijn fractie rekenen.
Verder wil hij een kanttekening maken: Men fietst al een poosje langs de
Parallelweg. Hij kan zich voorstellen dat de aansluiting aan de kant van het
viaduct mede in het plan opgenomen was. Er blijkt nu door deze reactie misschien
een hiaat in te vallen. Hij zou er dan ook op willen aandringen, gezien deze
situatie, toch eens te kijken,ock..naarde,provincie toe, wat er dan nog mogelijk
is om ter plaatse van die kruising met de A 59 iets te creëren. Hij zegt dat het punt
ctet menctarnog eens naar zou kijken, nog steeds openstaat. Het college zou er ook
met de provincie over moeten praten. Hij zou het spijtig vinden wanneer, door
negatieve berichten naar de provincie toe,waarin men zijn teleurstelling uit
spreekt, dat men niets meer zou gaan doen aan de situatie daar ter plaatse. Hij
zou er voor willen pleiten met de provincie en met Waterstaat daar nog eens
naar te kijken of daar een oplossing voor mogelijk is.
De heer -Koevoets zegt dat hij zich kan aansluiten bij wat de heer de Witte
gezegd heeft. Hij zegt dat men in Fijnaart de laatste jaren veel geld weg
gegooid heeft of weg heeft willen gooien. Hij denkt aan de Voorstraat, aan de
afrit en de betonklinkers in de WilhélminastraatHij zegt dat de gemeente
dan dik boven de honderdduizend gulden uitkomt wanneer men hierop had bespaard.
Hij zegt dat als ze allemaal op langere termijn willen denken en niet aan
verfraaiing maar ook aan veiligheid, dan is er beslist nog wel 100.000,te
vinden voor een veilige oversteek voor de fietsers vanuit Oudemolen en
Willemstad
De voorzitter vraagt of hij hieruit goed begrijpt dat deze gelden beschikbaar
gesteld moeten worden voor voorzieningen ten behoeve van fietsers op de Oude
molensedi jk.
De heer Koevoets antwoordt hierop dat hij zich in eerste in eerste instantie
helemaal kon aansluiten bij wat de heer Witte zei wat betreft de reactie van het
college op wat er gebeurd is in de provincie Hij zegt dat het college
óok niet - anders -had kunnen reageren. Maar hij adviseert het college
om die deur niet helemaal dicht te gooien, maar hem open te houden.
Verder wil hij advies geven aan de raad, dat men meer aan veiligheid moet denken
en minder aan verfraaiing, want volgens hem is er best wel geld.
De voorzitter denkt dat het college het er helemaal mee eens is, dat als dit
besluit valt dat daarmee de zaak voor het college niet af gedaan is. Men zal
dan moeten trachten op een aantal punten een goede oplossing te vinden. Dat zal
dan in overleg men Rijkswaterstaat en de Provincie moet gebeuren. Hij zegt
dat deze hele oplossing, gezien wat er in het verleden is toegezegd niet
bevredigend is. Als men dan leest over miljoenen voor andere fietspaden, dan
vindt hij dit op zijn zachtst gezegd niet erg fatsoenlijk. Ook dat men zelf
tekeningen heeft moeten maken, vindt hij een rare zaak. Verder is hij het er
mee eens is dat men met elkaar moet trachten een redelijke oplossing te vinden.
Er zal iets moeten gebeuren bij die oversteek.
De raad besluit zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van
burgemeester en wethouders.