Hij zegt dat hij begrepen heeft dat het college gereageerd heeft op de oproep van de enquête. Wat de reactie van het college is geweest, is hem niet bekend. Hij zou graag willen weten wat voor beleid het college denkt te voeren in dit kwijtscheldingsbeleid. Er staat namelijk in de conclusies dat verscheidene gemeenten hebben toegezegd meer gestalte te gever, aan dat soort voorlichtingsbeleid. Hij zou graag van de voorzitter willen weten of het college daar ook meer gestalte aan wil geven. Hij heeft dit niet kunnen constateren bij de onroerend goedbelasting waar het college dit keer geen bijsluiter bij heeft gedaan. Hij zou graag willen weten of het college inderdaad meer wil gaan doen aan het voorlichtingsbeleid inzake deze materie. De voorzitter antwoordt dat het in de eerste plaats een vrij onduidelijke materie is. Hij hoopt dat er in de toekomst meer duidelijkheid verschaft zal worden. Verder zegt hij dat het daarnaast zo is, dat in de raad en in de commissie Bestuurlijke Aangelegenheden, ook over deze zaak van gedachte is gewisseld. Er is dus wel aandacht aan besteed in publicatie. Hij zegt dat het ook zo is dat de gemeente zelf wel een vouwblad heeft. De gemeente informeert de mensen op aanvraag over een en ander. Hij zegt dat het niet zo is dat het college een eigen beleid voert. Het college is ook niet van plan om verdere stappen te nemen. De heer de Witte zegt, dat de voor—zitter zegt dat als er mensen komen, hen een en ander zal worden uitgelegd. Hij gelooft dat graag en vindt dat men dat moet doen. Hij zou het echter meer op prijs stellen als het college zelf een aantal dingen kenbaar maakt, dus bijvoorbeeld een advertentie plaatst c.q. bijsluiter bijvoegt. Hij zou graag van de voorzitter willen weten of het college dit van plan is De voorzitter antwoordt dat het college een bijsluiter heeft, maar dat dit inlegvel niet wordt meegestuurd vanuit de belasting-dienst. Hij zegt overigens dat het de vraag is of deze dienst het wil doen. Volgens hem is het bij een gemeente aan de orde geweest, die dat wilde doen. Daar heeft de belasting - dienst dit geweigerd.Hij wil eerst maar eens kijken hoe dit loopt, los van het feit of de gemeente dit zou willen doen ja of te nee. De heer de Witte vindt dat de weigering van de belasting-dienst, het college niet van de plicht ontslaat om een en ander Kenbaar te maken. Dit kan namelijk middels andere manieren. De voorzitter zegt, dat men dat ook gedaan heeft en dat dit in het verleden is gebeurd. De heer de Witte vraagt of het college van plan is om dit in de toekomst te blijven doen. De voorzitter zegt hierop, dat hij dat niet weet. Hij weet niet hoe het zich in de toekomst ontwikkelt. Hij hoopt dat zich hierin een beetje een duidelijkere lijn ontwikkelt.De gemeenten* weten dan wat men wel en wat men niet kan in deze. Of de raad vindt of men dat moet doen is een heel andere kwestie. Momenteel is het zo, dat kwijtschelding- en hij vermeldt erbij dat men weet dat er een brochure is uitgekomen in samenwerking met consumenten contact-door de mensen kan worden aangevraagd. Een en ander is op T.V. geweest. Hij zegt dat daar de indruk wordt gewekt alsof iedereen kwijtschel ding kan krijgen, terwijl in de praktijk blijkt dat er vrijwel niemand voor in aanmerking komt. Dit is een beetje het probleem. Hij zegt dat het te ver voert om daar te diep op in te gaan. Hij zegt dat men het ook uitgebreid in die folder zou kunnen lezen. Uit deze folder blijkt dat er weinigen zijn die er voor in aanmerking komen. Hij zegt, dat het anders naar voren wordt gebracht dan er in de praktijk mogelijkheden zijn. De heer de Witte zegt dat de voorzitter mede met hem concluddert dat de mensen voorgelicht moeten worden, om te weten of ze al dan niet in aanmerking komen voor kwijtschelding. De voorzitter zegt hierop dat hij zich nooit woorden in de mond laat leggen, zoals nu U concludeert mede De heer de Vos gaat in op punt n, een besluit van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant tot vaststelling van de wethouderswedden per 1 januari 1984. O c.

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1984 | | pagina 77