- 11 -
8. Voorstel tot wijziging van het besluit 16-11-1967 tot oprichting van een depen
dance van de Muziekschool Roosendaal in Fijnaart. Volgnr. 84-111-31.
De raad besluit zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van
burgemeester en wethouders.
9. Voorstel tot herbestrating/beplanting van de Voorstraat. 17e wijziging gemeente
begroting 1984. Volgnr. 84-111-28.
De voorzitter merkt op dat deze materie een aantal jaren in voorbereiding is
geweest. Langzamerhand is er tot een vorm gekomen, waarbij iedereen zijn of haar
inspraak heeft gehad. Zowel de bewoners als commissie hebben inspraak gehad.
Verder zijn er adviezen geweest van Staatsbosbeheer en de stedebouwkundige. Het
college komt nu met een plaatje, waarvan gezegd kan worden dat dit ongeveer dat
gene is waarbij men bij de verschillende besprekingen op uit kwam. Moeilijk is
het uiteraard dat men het niet iedereen naar zijn of haar zin kan maken. Dit
blijkt ook uit de door het college recent gehouden enquête.
Hij merkt op dat hij kort voor de vergadering een schrijven aangereikt heeft
gekregen, dat ook bij dit agendapunt zou kunnen horen. Hij kan echter moeilijk
iets, dat hij zojuist heeft ontvangen, in discussie brengen. Het schrijven zal
voor de raad bij de stukken van de volgende raad ter inzage worden gelegd.
De heer van der Werf merkt op dat bestrating van de Voorstraat voor hem geen
problemen oplevert. De Voorstraat is namelijk toe aan een opknapbeurt. Wat betreft
de inrichting van de Voorstraat vindt hij het wat moeilijker. De parkeergelegenheid
is momenteel op sommige dagen al een probleem. In de Voorstraat heeft men duidelijk
te maken met een winkelcentrum. In het verleden is nogal eens verwezen naar
de Kerkring voor parkeerruimte. Hij neemt aan dat het college de raad nu wel
zal wijzen op de parkeergelegenheid achter het gemeentehuis. Hij vindt dat voor
die mensen die komen winkelen in de Voorstraat, deze parkeerruimte niet gunstig
ligt. Hij kan best begrijpen dat de winkeliers zich bezorgd maken. Het college
is van plan om bomen in de Voorstraat te planten van het soort Zilverlinde
(Tilia Tomentosa). Volgens boeken bereiken deze bomen een hoogte van 18 tot 20
meter en een breedte van 4 tot 6 meter. Hij vraagt in dit verband hoever een
boom van een woning dient te staan. Hij dacht dat dit zo ongeveer 4 a 5 meter
dient te zijn. Hij denkt dat de gemeente last zal krijgen met de bewoners
vanwege het wegnemen van de lichtinval in de woningen. Hij vraagt zich af of
het niet beter zou zijn geweest om de Voorstraat aantrekkelijker te maken met
enkele bloembakken of iets dergelijks. Wil het college de inrichting uitvoeren
zoals in het voorstel staat vermeld, dan is het voor hem moeilijk om hier zijn
stem aan te geven.
De heer Bos merkt op dat hij het eens is met de heer van der Werf. In het voor
stel had alleen hoeven te staan dat er zou moeten worden herbestraat. De rest
had weggelaten moeten worden.
De voorzitter vraagt of de heer Bos ook geen lantaarnpalen wenst.
De heer Bos zegt dat er in het voorstel wordt beweerd dat de raad besloten heeft
dat de lantaarnpalen maar tijdelijk zouden worden geplaatst in afwachting van
een definitief plan voor de Voorstraat.
De voorzitter zegt dat hij straks in verband met het krediet dat beschikbaar
gesteld moet worden, een goede indicatie van een en ander moet hebben en dus
ook van de straatverlichting.
De heer Bos merkt op dat hij geen problemen heeft met herbestrating en ook
eventueel niet met een bepaalde verfraaiing. Hij gaat niet accoord met het
planten van de bomen, die uiteindelijk zeer hoog zullen worden.
De heer van Dueren den Hollander merkt op dat hoge bomen veel wind vangen. Het
lijkt voor hem net alsof het de laatste tijd steeds harder gaat waaien. Hij
merkt op dat ongeveer in 1978 voor het eerst gepraat is over het komen tot een
definitief plan in de Voorstraat. Er wordt thans een uitspraak van de raad
gevraagd.