Zijn fractie vindt dat Fijnaart hierbij als kleine gemeente niet gebaat is. Wethouder Fakkers merkt op dat de vragen en opmerkingen van de heren van der Werf en de Vos toch wel de kern van de zaak raken. Hij denkt dat het een bettere gang van zaken zou zijn wanneer het tarief door de gewestraad en de raden van de gemeente zou worden vastgesteld en niet in overleg tussen het Dagelijks Bestuur van het Streekgewest en de gemeente Bergen op Zoom. Hij heeft reeds in stukken gezien dat tariefverhogingen met 30% zijn ingebakken. Wat dit betreft kan hij het pleidooi van de heer van der Werf onderstrepen, wanneer deze zegt dat toch wel bewerkstelligd moet worden dat het oude tarief gehandhaafd blijft en dat uit alles een slaatje wordt geslagen. Door de heer de Vos is terecht opgemerkt dat Bergen op Zoom zal proberen om een zo hoog mogelijk tarief te pakken te krijgen. De kans dat Bergen op Zoom dit zal doen is erg groot en dit is volgens hem ook één van de knelpunten binnen deze gehele oplossing. Ten aanzien van de vraag van de heer van der Werf hoe lang de ge meente nog mee zal moeten betalen aan de V.V.R., merkt hij op dat dit een kwestie is die volgende maand bekend kan zijn. Dan komt namelijk de studie klaar naar een alternatief gebruik van de V.V.R. Momenteel is een onderzoek gaande om te kijken wat de bestemming van de kan zDn in het kader van CBder andere het verbranden van ziekenhuis- afval en ander moeilijk afval. Door de heer van der Werf is ook gevraagd hoe lang de gemeente in Zevenbergen vooruit zou kunnen. Hij denkt dat dit erg lang zou kunnen zijn. Van de zijde van het Stadsgewest Breda is aan het Streekgewest gevraagd om gezamenlijk de stort in Zevenbergen te gaan doen. Dit houdt in dat het Stadsgewest Breda zelf geen kans ziet om de stort vol te krijgen. Dit houdt verder in dat het voor een langere termijn zal zijn. Met betrekking tot de opmerking van de heer de Vos inzake het uitbreiden van de Kragge en de vergelij kende studie zegt hij het volgende. Op de eerste bladzijde staat al een opmerking van de zijde van het college, dat een gedegen onderzoek naar de Kragge-aan de hand van criteria zoals de Grontmijdie gebruikt in het rapport-ten aan zien van andere onderzochte locaties ontbreekt. Dit is één van de lacunes in het rapport. Men heeft gewoon gezegd: Het is het Ven, het is Wouw en voor de overige zijn ier geen andere storten aanwezig. In het rapport heeft men zich beperkt. Men is er vanuit gegaan dat er een stort zou moeten komen in een stedelijke agglomeratie. Gekozen heeft men voor het Ven.Daarbij kreeg men de politieke heisa^ omdat de Grontmij in eerste instantie de stort plaats getekend had op een geprojecteerde haven. Toen men dit ont dekte, heeft men de kaart aangepast. Toen zag men dat men op het industrieterrein terecht kwam. Dit industrieterrein wilde men uiter aard niet als stortplaats gebruiken, wel voor het vestigen eventueel van industriematig verwerken van afvali Van de zijde van de P.P.D. zijn geen bezwaren te verwachten.wanneer men een locatie zou realiseren ten oosten van de Gastelseweg. De CfasbelseAeg en dit blijkt ook uit het rapport dat is opgesteld door de Gront mij, de meest logische plaats zijn bekeken uit het kostenoogpunt Eén van de criteria die in de notitie van het Streekgewest naar voren komt,is dat het financieel en economisch een haalbare zaak meet zi De meest cptimaalhaalbare zaak voor het Streekgewest in zijn totaliteit is dat er een stortplaats gevonden zcu werden ten costen van de Gastelseweg. Dit is niet onderzocht, omdat men het politiek niet zag zitten. Een aandringen op een nader onderzoek staat ook het college voor.

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1984 | | pagina 25