Hij merkt op dat dit niet helemaal correct is. De bedoeling is,
dat de brief die ter inzage heeft gelegen verzonden wordt. De
raad heeft verder de begrptingswijziging kunnen zien waarvan
het college vindt dat deze er moet zijn. Het college verwacht
op de brief een antwoord en wil dan de begrotingswijziging
vast laten stellen.
De heer de Vos gaat in op punt c, een schrijven van het Streek—
gewest Westelijk Noord—Brabant waarin wordt medegedeeld dat de
gewestraad de begrotingen voor het ijaar 1984 van de gewestelijk
gezondheidsdienst en de algemene dienst heeft vastgesteld. Hij denkt
dat men als gemeenteraad van Fijnaart en Heijningen toch m^g
verwachten, dat wanneer er een bezwaar ingediend wordt tegen een
begroting, zo'n bezwaar serieus genomen wordt in Roosendaal.
Wanneer bezien wordt hoe er met deze bezwaren gehandeld is, met
name in de gewestraadsvergadering, dan denkt hij., dat een en ander
toch niet serieus bekeken wordt. De gewestraadsleden kregen een
stuk van 9 bladzijden met de nodige cijfers en toelichtingen,
maar waarin maar heel kort het bezwaar vermeld werd.
In 20 minuten schorsing heeft men toen moeten oordelen over de
bezwaren van Fijnaart en Heijningen. Hij denkt dat dit toch moeilijk
heden gaat geven, daar niemand, behalve de gewestraadsleden van
Fijnaart, heeft geweten waar het bij de bezwaren om ging. Niemand
heeft ook de brieven kunnen lezen, waarin Fijnaart de bezwaren
kenbaar heeft gemaakt.
Het is gezien dit alles naar zijn mening niet zo verwonderlijk dat
de bezwaren van Fijnaart en Heijningen van de tafel worden geveegd.
Hij verzoekt nu de voorzitter deze besluitvormingsprocedure eens
in de commissie van advies en bijstand aan de orde te stellen.
De voorzitter denkt in de eerste plaats dat de gewestraadsleden
zelf met dergelijke procedures niet accoord moeten gaan In de
gewestraad dient men dit zelf duidelijkste laten blijken. Hij
weet dat de afgevaardigden van Fijnaart en Heijningen maar al te
vaak hun stem laten horen. Feit is dat men maar een paar stemmen
heeft in de gewestraad. Hij antwoordt dat hij gaarne bereid is
om een en ander aan de orde te stellen in de commissie van advies
en bijstand.
Het college is ook van mening dat de bezwaren duidelijker aan de orde
moeten komen. Hij vraagt de heer de Vos niet te verwachten
dat dit plotseling tot wonderen leidt. De wonderen dienen uit de
gewestraad zelf te komen.
De heer de Vos zegt dat het verwijt van zijn zijde niet was gericht
tegen de gewestraadsleden van Fijnaart en Hèijningen. De gewest-
raadsleden van Fijnaart en Heijningen zijn de personen die nu ook
weer hun mond hebben opengedaan, maar hij merkt dat men dan toch
nog maar weinig doet tegen de rest.
De heer Kannekens gaat in op punt d, een overzicht huurachter-»
standen 4e kwartaal 1983. Zijn fractie vindt dat het college
op de goede weg bezig is door de wanbetalers aan te p.akken. Er dient
betaald te worden, ook al is het moeilijk, dit in tegenstelling
tot krachten in Fijnaart die tot niet-betaling oproepen van zaken,
die de burger wel heeft gehad. Hieronder valt ook woongenot.
De wijze van terinzagelegging van het overzicht huurachterstanden
voldoet helemaal aan de wens van zijn fractie.