De heer van Halderen deelt namens zijn fractie het volgende mede:
Meneer de Voorzitter,
Wij willen deze beschouwingen openen met een drietal opmerkingen:
Op de eerste plaats de tijd en de wijze waarop Uw College deze Begrotingen asm de
Raad heeft gepresenteerd. U bent er opnieuw in geslaagd tijdig de benodigde
stukken aan ons voor te leggen; dat zulks met grote inspanningen en onder tijds
druk is gerealiseerd, verdient onze grote waardering.
Op de tweede plaats een begroting, die volgens de nieuwe comptabiliteitswet in
een nieuwe vorm is gegoten, waardoor het geheel duidelijk heeft gewonnen aan
overzichtelijkheid en een bijdrage levert aan een beter inzicht in het geheel en
de onderlinge verbanden beter zijn te traceren.
Het moet voor de verschillende afdelingen ten gemeentehuize en in het byzonder
voor de afdeling Financife'n een krachttoer geweest zijn dit geheel op deze wijze
en zo tijdig om te werken naar het huidige model; wij willen het College uit
drukkelijk verzoeken onze waardering daarvoor over te brengen aan de belangheb
benden.
Op de derde plaats, meneer de Voorzitter, wij zullen deze beschouwingen zo kort
mogelijk houden en ons beperken tot het te voeren beleidzonder detaillistisch
te werk te gaan.
Al gemeen.-
Meneer de Voorzitter: dit College en deze Raad zijn halverwege de rit.
Wij mogen constateren, dat dit College onder aanvoering van zijn energieke Voor
zitter in eendkacht en op bewonderenswaardige wijze het bedrijf van onze Gemeen
te leiding geeft en waar nodig in het juiste spoor brengt en/of houdt.
Met spijt, doch met zin voor de realiteit, moeten wij als leden v?n de Raad daar
bij bedenken, dat óók onze Vèórzitter waarschijnlijk meer dan halverwege zijn zesjarige
periode binnen onze Gemeente is; wij hopen, dat hij zijn activiteiten in de
afgelopen jaren egaluerend - voorlopig nog voldoende inspiratie en uitdaging
aanwezig acht, om zijn taak voort te zetten.
Wij zijn voorts van mening, dat de Raad op zeer redlijke wijze de door het Col
lege uitgezette beleidslijnen volgt. Dat dit volgen gepaard gaat met soms criti-
sche beschouwingen en opmerkingen behoort uitgesproken tot de taak van de Raad,
die in feite het bestuur van de Gemeente vormt.
Binnen onze Gemeente is de tijd voorbij, dat voorspelbare beslissingen worden ge
nomen en dat noopt de Raad tot heldere en afgewogen discussies.
Wij gaan ervan uit, dat onze zes fracties - ondanks eigen geaardheid en respect
vol verschil van uitgangspunten - in goede collegialiteit het komend jaar de be
langen van onze Gemeente zullen verdedigen.
Wij willen thans een korte beschouwing wijden aan het door het College voorge
stelde beleid.
Wij verheugen ons erover, dat het College een meerjaren-perspectief heeft gefor
muleerd. Wij kunnen nu met elkaar spreken vanuit dit perspectief, zonder gekweld
te worden door tal van onzekerheden, zoals die in het verleden een juiste oordeels-
en besluitvorming in de weg hebben gestaan. Een inzicht in de Algemene Uitkering
uit het Gemeentefonds van het Rijk, de opbouw van de reserves en de ontwikkelin
gen daaraan noodzakelijk. Vooral, omdat in het verleden bijna ongelimiteerd voor
zeer grote bedragen een beroep werd gedaan op de reserves: wij denken hierbij aan:
het zwembad, de stichting van "de Witte Roos", het Pestalozzihuisde verbouw
van het Gemeentehuis etc. etc.
Terecht merkt het College op, dat er nu geen kans meer 1b op een voldoende reser
vering voor de saldi—reserveEn volgens het Investeringsplan 1985 moet er op
nieuw voor een bedrag van F 547.808,worden geput uit de reserves, voor de helft
weliswaar veroorzaakt door de renovatie van de school in Heijningen en voor onge
veer het restant aan de uitbreiding van het gemeentehuis. Men zou dus kunnen spre
ken van een strak beleid: de hand op de knip I