-9-
- Uitgaven die eenmalig zijn, zouden wij uit de reserves willen
bekostigen. Bij een aantal investeringen volgt u deze beleidslijn,
bij andere echter niet. Wij willen u voorstellen om de navolgende
zaken ten laste te brengen van de reserves en niet van de gewone
dienst: - voorzieningen kleedgebouw Chrislandia (nr. 10)
- voorzieningen aan daken gymzalen (nr 21).
- De herinrichting van de Julianastraat heeft niet onze eerste
prioriteit. Dit plan zouden wij graag veranderd zien in een
herbestrating.
Het argument van een school in deze straat gaat veel meer op voor
de van Eykstraat, waar naast een basisschool, tevens een middel
bare school gevestigd is, terwijl het tevens een belangrijke
uitvalsweg is van plan Oost.
- Een uitbreiding van het gemeentehuis staat voor ons nog niet vast.
Gezien uw opmerkingen over de herbezetting van personeel en het
afstoten van taken is voor ons de prognose van het personeelsver
loop in de toekomst van belang. Wij willen u dan ook vragen een
en ander eens te bezien, zodat mogelijk met andere aanpassingen
dit bedrag lager gesteld kan worden.
- De vervanging van de vrachtauto kan wel onze instemming hebben.
Naast de vraag of de aanschafwaarde niet wat hoog is gesteld,is
het voor ons ook een vraag of het voor de gemeente niet voorde-
liger is, om deze auto op een andere wijze te financieren en te
exploiteren. Een alternatieve mogelijkheid is reeds door ons aan
gedragen in de kommissie Financi en .vtj ajn u dan.ook erkentelijk dat u
in de nota van wijzigingen aangeeft dat u onze suggesties nader
wilt onderzoeken.
- Afgezien van wat interne aanpassingen, zijn wij momenteel geen
voorstander van uitbreiding van de Witte Roos op de wat langere
termijn
Onze voorkeur gaat uit, om meer aandacht te besteden aan de kleed
gebouwen op het gemeentelijk sportterrein.
Indien de door ons voorgestelde maatregelen worden gehonoreerd,
kunnen ons inziens de belastingverhogingen beperkt blijven tot
het inflatiepercentage van 3,3/°. Hoewel het verschil met het door
u voorgestelde percentage niet erg opzienbarend is, zijn wij van
mening dat met name voor de minst-draagkrachtigen alle kleine beet
jes helpen.
Overigens zijn wij tegenstander van elke verhoging van de hondenbe
lasting, omdat deze belasting niets anders is dan een inkomstenpot-
e van de gemeente dat alleen ten laste komt van de bezitters van
een bepaalde diersoort. Op^den duur willen wij van deze belasting
af, maar gezien de financiële toestand van de gemeente is dit niet
direkt mogelijk.
Op welke wijze wij het verschil in inkomsten willen dekken, wordt
cijfermatig weergegeven in een bijlage bij deze beschouwingen.